‘Iedereen op de campus heeft een verhaal’

| Rik Visschedijk

De cirkel is rond, zo voelt het voor Ditta op den Dries. Na vijf jaar stopt ze als hoofdredacteur van UT Nieuws en gaat ze terug naar haar oude liefde: de dagbladjournalistiek. ‘Bij de introductiebijeenkomst voor nieuwe medewerkers werd gezegd: we wensen je een mooie vijf jaar in je functie, en daarna een nieuwe uitdaging binnen of buiten de UT.’

Photo by: Arjan Reef

En vijf jaar is het geworden. Op den Dries gaat werken op de eindredactie bij dagblad De Stentor in Zwolle en gaat daarnaast de coaching van jonge journalisten op zich nemen. ‘Ik heb genoten van mijn tijd bij de UT’, zegt ze. ‘We hebben de overgang van een weekkrant naar crossmediaal platform gemaakt. Dat is nu af.’

Hoe kijk je terug op je UT-periode?

‘Voordat ik hier begon was ik chef eindredactie bij dagblad Tubantia, en zag ik met enige regelmaat artikelen voorbijkomen over de UT. Over grote onderwerpen, maar ook over een onderzoek waaruit blijkt dat je met een volle blaas betere beslissingen neemt. Dat is voor mij de UT, een interessante plek waar mooie dingen gebeuren; groot en klein, urgent en bijzonder. Maar de campus is vooral een plek die je pas echt leert kennen als je er in bent opgenomen. Er zijn hier zo veel verhalen. Wetenschappelijk, maar zeker ook menselijk.’

Is dat heel anders dan de dagbladjournalistiek?

‘Ja en nee. De campus is natuurlijk een wereld op zich, maar er zijn veel raakvlakken met regiojournalistiek. De UT is een soort dorp met dertienduizend inwoners, heel intelligente. UT Nieuws schrijft niet alleen over onderzoek, maar kijkt ook naar wat er op de campus leeft. Bijvoorbeeld als het sporten duurder wordt; dat heeft impact op veel mensen. In dit kleine gebied werken en wonen veel mensen, die allemaal een verhaal hebben; of het nu gaat om de hoogleraar, de student of de servicedeskmedewerker.’

Wat heb je voor jezelf bereikt op de UT?

‘In mijn vijf jaar is veel gebeurd. Dat de stekker uit de weekkrant moest was overduidelijk. Alle 9.000 studenten waren online en UT Nieuws was daar sporadisch. Ik ben er trots op dat we de overgang snel en goed gedaan hebben. Er was tijdsdruk; we wilden het afgerond hebben voor de vieringen rondom het 50-jarig bestaan van de UT. Daarvoor in de plaats kwam een crossmediaal UT Nieuws, met een gedrukt maandmagazine. Dat vergde een heel nieuwe werkwijze voor de redactie. Het nieuws dagelijks en snel op internet; de achtergronden vooral in het printproduct. Ik had een kleine voorsprong, want bij Tubantia speelde uiteraard dezelfde problematiek.’

‘Ik ben er ook trots op dat ik de begroting op orde heb gebracht en UT Nieuws gezond kan achterlaten. Dat was een opdracht bij mijn aanstelling, maar ook het onderdeel van het werk waar ik het minste ervaring mee heb. Dus ben ik volop in de cijfers gedoken. Welke kosten kunnen we reduceren en waar kunnen we inkomsten mee genereren? Met positief resultaat.’

Waar liep je tegenaan?

‘Meer dan ooit heb ik hier de journalistieke onafhankelijkheid moeten bevechten. Toen ik begon ontdekte ik dat het redactiestatuut een vergeeld papiertje uit de jaren ’60 was. Ik heb meteen prioriteit gegeven aan het maken van een nieuw redactiestatuut. Daarnaast is een volwaardige redactieraad in het leven geroepen. Beide hebben de afgelopen jaren meer dan eens hun nut bewezen. Je ziet bij alle universiteitsmedia in Nederland dat onafhankelijke journalistiek geen vaststaand gegeven is. Als de hoofdredacteuren van universiteitsbladen bijeenkomen, blijkt vaak dat we dezelfde issues en botsingen hebben.’

‘Af en toe wringt die onafhankelijkheid. Het komt volgens mij vooral omdat de academische wereld onbekend is met een journalistieke werkwijze en er vaak te weinig respect voor heeft. Studenten, hoogleraren en het bestuur, ze willen soms de regie pakken over de inhoud van het nieuwsartikel of het tijdstip waarop het nieuws naar buiten komt. Maar als er nieuws is, is het aan de redactie zelf om te bepalen wanneer iets fit to print is. Dat is onafhankelijke journalistiek. En ik heb meerdere keren meegemaakt dat UT Nieuws niet welkom was bij een openbare bijeenkomst, wat natuurlijk echt niet kan.’

‘UT Nieuws dient de belangen van de universiteit, zo staat in ons statuut. Maar dat betekent naar mijn mening ook je wél publiceert als er dingen op de universiteit niet goed gaan.’

Hoe ga je daarmee om?

‘Door constant uit te leggen wat onafhankelijke journalistiek is, hoe belangrijk het is voor de democratie, hoe het in de Grondwet is verankerd en wat de journalistieke Code van Bordeaux inhoudt. Dat verhaal moet je steeds opnieuw vertellen, vooral aan studenten. En er is een constante stroom aan nieuwe studenten. Het zou goed zijn om op de UT een module over journalistiek en onafhankelijkheid in het leven te roepen. Zelf heb ik hier en daar wel colleges gegeven en studentenverenigingen op de redactie uitgenodigd. Onafhankelijke journalistiek is een groot goed, dat het bevechten meer dan waard is.’

Wat wil je nog meegeven?

‘De universiteit kan transparanter zijn. We moeten soms echt knokken om informatie boven tafel te krijgen. Een bestuur moet gecontroleerd worden en daar is een universiteitsbestuur geen uitzondering op. Ik zou het bestuur, maar ook de studenten en hoogleraren aan willen moedigen om opener te zijn. Laat zien welke stappen je zet en waarom. Er gebeuren hier zoveel mooie dingen, die moeten ook verteld worden.’


In september wordt de vacature voor een nieuwe hoofdredacteur uitgegeven. Redacteur Maaike Platvoet neemt de hoofdredactionele taken waar.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.