Geert ten Dam, collegevoorzitter van de Universiteit van Amsterdam, waarschuwde bij de opening van het academisch jaar voor selectie aan de poort. Zeker in Nederland, waar kinderen al vroeg worden voorgesorteerd voor de rest van hun schoolloopbaan, is het oppassen geblazen. Het hoger onderwijs moet ook toegankelijk zijn voor kinderen die minder kansen krijgen, anders neemt de sociale ongelijkheid verder toe.
Voorspellende waarde
Bij selectie aan de poort hebben eindexamencijfers volgens Ten Dam alleen voorspellende waarde als een student gemiddeld een acht of hoger heeft. Laatbloeiers vallen dan buiten de boot. Als voorbeeld noemde ze UvA-hoogleraar en Spinozaprijswinnaar Patti Valkenburg die na de havo en een hbo-studie pas op haar dertigste aan een universitaire opleiding begon. Een consciëntieuze studiehouding, doorzettingsvermogen en intrinsieke motivatie zijn volgens Ten Dam belangrijker voor studiesucces dan examencijfers. Maar ze betwijfelt of een opleiding daarop kan selecteren. 'De universiteiten doen er beter aan om meer werk te maken van goed onderwijs. Dan kunnen studenten laten zien wat ze kunnen', aldus Ten Dam
Zeven voor wiskunde
Bestuurder Anka Mulder van de TU Delft staat niet bekend als fervent pleitbezorger van selectie aan de poort. Toch vindt ze dat er voor toekomstige ingenieurs best één harde toelatingseis mag gelden: ze moeten op het vwo geslaagd zijn met minstens een zeven voor wiskunde.
'We vinden het allemaal logisch dat een student aan de academie voor lichamelijke opvoeding een lichamelijke gezondheidstest moet ondergaan. Welnu, ik zie wiskunde als een gezondheidstest voor ingenieurs.' Mulder beseft dat de wet daarvoor zou moeten worden veranderd. Ze gaat de discussie graag aan met de politiek, collega’s en studenten.
Leiden geeft het op
Ook in Leiden klonk een nieuw geluid. De universiteit staakt haar pogingen om trage studenten achter de broek te zitten. Rector magnificus Carel Stolker kondigde het gisteren met enige spijt aan. 'Onze universiteit is de afgelopen jaren een aantal malen in het nieuws geweest met maatregelen om de uitval in het eerste en in het tweede jaar te voorkomen, of maatregelen om te voorkomen dat studenten veel te lang over hun studie doen – waardoor ze hun kansen op de arbeidsmarkt enorm verkleinen.'
Stolker benadrukt dat de universiteit dit deed om de rendementsafspraken met minister Bussemaker te kunnen nakomen. Maar er kwam veel kritiek: 'De Kamer zat achter ons aan, studentenvakbonden klaagden steen en been, en juristen kwamen ons vertellen dat maatregelen om studenten een beetje achter hun vodden te zitten, juridisch bijna nooit kunnen.'
De Universiteit Leiden houdt het daarom even voor gezien: 'We laten de arbeidsmarkt zijn werk doen, en we gaan ons vooral concentreren op het aanmoedigen van studenten om al het mogelijke uit hun studie te halen.'