De storm rond studentenverenigingen ging maar niet liggen. Eerst dook er bij het Groningse Vindicat een ‘bangalijst’ op met adressen, telefoonnummers en foto’s van drieëntwintig vrouwelijke leden. Later bleek een aspirant-lid tijdens de ontgroening hersenletsel te hebben opgelopen en ook in Amsterdam moesten drie aankomende leden naar het ziekenhuis.
Het wakkerde een hevige discussie over de cultuur van corpora aan. De VVD stelde vragen over de bangalijst en de PvdA wilde weten wat minister Bussemaker van de ontgroeningen vindt. Zij steekt haar mening niet onder stoelen of banken.
Ze geeft de rector van Vindicat een veeg uit de pan, omdat hij de bangalijst aanvankelijk afdeed als een slechte studentengrap: ‘Voor mij is dit meer dan een slechte grap of slechte smaak: het is diepe inbreuk op de privacy van deze slachtoffers en deze seksuele intimidatie verdient iedere mogelijke afkeuring.’
Ook voor de ontgroeningen in Amsterdam en Groningen heeft ze geen goed woord over. De incidenten roepen volgens haar ‘sterk het beeld op van een verwerpelijke cultuur’. De verenigingen moeten ervoor zorgen dat ze geen ruimte bieden aan zulk ontgroeningsgedrag, ‘noch volgens de regels van de vereniging, noch in de interne cultuur’.
Maar gaat de minister nu ook harder optreden, bijvoorbeeld door te korten op de bekostiging van de betrokken universiteiten en hogescholen? Dat laat de bewindsvrouw in het midden, hoewel ze naar eigen zeggen in gesprek is met de onderwijsinstellingen. ‘Ik verwacht dat zij stevig optreden tegen studentenverenigingen waar dergelijke ontoelaatbare incidenten plaatsvinden.’