De studie wil voorkomen dat afgestudeerden tussen wal en schip vallen, wat betreft de stap naar de arbeidsmarkt. Door deze regeling stelt de opleiding geld beschikbaar voor zes zogeheten klinische opleidingstrajecten, die twee jaar duren. Daarbij betaalt TG 40 procent. De afdeling van het ziekenhuis waar een fellow terechtkomt verantwoordelijk voor de rest van het bedrag.
Lastig verhaal
Miedema noemt het initiatief ‘een consequentie van het feit dat technische geneeskunde een nieuwe opleiding is’. ‘Vergelijk het met een opleiding chirurgie’, legt ze uit. ‘Daar heb je eerst een zesjarige universitaire opleiding geneeskunde voor nodig. Vervolgens kun je solliciteren op een functie als chirurg in opleiding, alvorens je daadwerkelijk het beroep van chirurg kunt uitoefenen. Die vervolgplekken worden betaald door de overheid.’
Volgens Miedema bestaat een soortgelijk vervolgtraject niet voor TG’ers. Althans, niet een traject dat door de overheid gefinancierd wordt. Miedema: ‘Als je het helemaal overlaat aan de markt, dan kan het een heel lastig verhaal worden. Dan zou een afdeling puur op basis van financiële motieven iemand een vervolgopleiding kunnen ontzeggen.’
Druppel op gloeiende plaat
Het is voor maar zes studenten, terwijl er honderden studenten technische geneeskunde studeren aan de UT. ‘Het is een druppel op een gloeiende plaat’, erkent Miedema. ‘Maar het is ook een verantwoordelijkheid die we nemen. Door te investeren willen we de kwaliteit van onze afgestudeerden borgen.’
Miedema verwacht dat het een kwestie van tijd is, voordat de overheid de noodzaak inziet om te investeren in een vervolgtraject voor afgestudeerde TG’ers. ‘Maar je kunt het op dit moment zeker zien als een signaal naar de overheid. Het is van belang dat we aangeven dat we op eigen initiatief hiermee begonnen zijn.’
Ondernemerschap
Gisteren zijn in ieder geval al overeenkomsten afgesloten met de universitaire medische centra van Nijmegen, Groningen en Utrecht en het OCON (Orthopedisch Centrum Oost Nederland).
Miedema besluit: ‘Ik ben trots dat we zelf de handschoen opnemen. Het is een stukje ondernemerschap dat we als UT hier tonen.’
