Eén van de films die de afgelopen jaren de meeste indruk maakte op Brinksma is Interstellar, zo laat hij voor de rede weten. Astronaut Cooper zoekt hierin een nieuw planeet voor de mensheid. Hij reist daarvoor door een wormgat en geeft vanuit de toekomst informatie aan zijn dochter. Cooper ziet haar op het einde van de film terug als ze hoogbejaard op haar sterfbed ligt, terwijl hij slechts maanden ouder is geworden.
Techniek en de mensheid
‘In deze film zie ik de empathische engineer terug’, zegt Brinksma. ‘Cooper heeft een passie voor techniek en wetenschap, maar ook voor de mensheid. Voor het redden van de mensheid is de liefde tussen vader en dochter cruciaal.’ In de Diesrede ging Brinksma op zoek naar de oorsprong van de empathische engineer en de betekenis voor vandaag. Daarvoor duikt hij in de literatuur en de geschiedenis van engineering. ‘Want daar vind je destillaten en oordelen die los staan van de waan van de dag.’
Programmeerbare golem
Brinksma vindt een constante worsteling tussen harde wetenschap en de sociale schil om die wetenschap heen. ‘Neem de zestiende-eeuwse rabijn, geleerde en filosoof Jehoeda Löw’, vertelt Brinksma. ‘Vanuit de kabbalistische traditie, die vertelt dat je uit de Heilige Schrift de code van het leven kunt destilleren, zou Löw volgens de legende een golem hebben geschapen hebben. Deze mensfiguur van klei en leem die door een rabbijn tot leven gewekt wordt, werd niet meer dan een onhandige lemen reus, vergelijkbaar met de eerste programmeerbare robots. Meer recent heeft Dave Eggers in De Cirkel de ontspoorde technologieën van de Facebooks en Googles van deze wereld in een distopisch daglicht gesteld.’
Technologie heeft praktisch altijd ook te maken met organisatie, wil Brinksma zeggen. Neem het zeventiende-eeuwse oorlogsschip Vasa van de Zweedse koning Gustaaf Adolph II, dat na een halve mijl varen kapseisde. ‘Op het laatste moment moest het schip groter en dat bleek onmogelijk. Er zijn aanwijzingen dat de scheepsbouwers het wisten, maar dat de omgeving en de adviseurs van de koning het slechte nieuws niet durfden te vertellen.’
Regular en radical
In engineering zijn twee vormen te onderscheiden: regular en radical design. ‘Regulier design bouwt voort op bestaande technologie en is daar vaak een kleine verbetering op. Bijvoorbeeld een nieuw model auto met meer pk’s. Radicaal design kent twee uitingen. De eerste is dat de grenzen steeds verder opgerekt worden, tot het niet meer kan. Zoals de Vasa, maar ook bijvoorbeeld bij de zwenkende Erasmusbrug en de Millennium Bridge in Londen. Of in de ruimtevaart met de Challenger die neerstortte. Allemaal voorbeelden van technologie die bewezen werken, maar waarvan de uitersten overschreden worden.’
‘De tweede uiting van radicaal design is van een andere orde. Hier worden dingen op een compleet nieuwe manier gemaakt en ingericht. Bijvoorbeeld de overgang van het propellervliegtuig naar de straalmotor. Ook dit heeft organisatorische consequenties op het gebied van bijvoorbeeld communicatie en ethiek. En juist op dit vlak van design begeeft de UT zich.’
Digitale disruptie
Want in welke tijd leven wij nu, vraagt Brinksma zich af. ‘Overal zien we radicale technologie, die breekt met huidige manieren van engineering. Silicon Valley bestaat bij de gratie van digitale disruptie; nieuwkomers gaan de strijd aan met gevestigde organisaties door te innoveren. Ze staan los van de oude organisatorische netwerken en door crowdfunding is de band met de consument en de burger veel groter. Gevolg is dat je als engineer meer moet communiceren met je omgeving.’
En daar ligt de uitdaging voor de UT, zo is Brinksma overtuigd. ‘Ik grijp terug op de kunststroming Bauhaus uit het Interbellum. Voorman Walter Gropius schreef een manifest waarin hij stelde de kunst decadent en in zichzelf gekeerd was geworden. Volgens hem werd het tijd om weer functioneel te worden en met de samenleving op te trekken. Vervang kunst door wetenschap en je hebt een manifest dat alles te maken heeft met de universiteit en onze tijd.’
Sociale ondernemendheid
De UT kan deze mensen, de empathische engineers, opleiden. ‘Het Twents Onderwijsmodel is hier een vorm voor’, zegt hij. ‘We koppelen science, design en entrepeneurship aan de disciplinaire diepte, de verbredende human touch. Ik denk dat we daarin nog verder kunnen gaan: laat studenten ‘los’ en richt je op student driven learning. En we kunnen onze sociale ondernemendheid nog verder uitbreiden. Er is tegenwoordig weinig kapitaal nodig voor innovaties. Een goed idee met maatschappelijke relevantie heeft alle kans van slagen. Dat is de rol die de UT kan vervullen, voor onze studenten en de samenleving om ons heen.’