Topvorm Twente-sportfysiotherapeut Niki Gollenbeek is een van de initiatiefnemers. Hij vertelt: ‘Het is een website voor patiënten én mensen die geen klachten hebben. Van sportblessures voorkomen tot het goed instellen van je werkplek, we proberen zo volledig mogelijk te zijn in de informatie die we aanbieden.’
Video’s
Op de website staat informatie over onder meer verschillende aandoeningen, de sporten en andere activiteiten waarbij je ze kunt oplopen, preventiemaatregelen en behandelmethoden die sportfysiotherapeuten verrichten. Ook staan er video’s op de website, die bezoekers duidelijk moeten maken hoe je een therapeutische oefening goed moet uitvoeren.
Die video’s bestaan niet zonder reden, zegt Jan Willem Foppen, mede-oprichter van FYSIT. ‘Zelf kwam ik na een enkelbreuk bij Niki terecht. Tijdens mijn revalidatie kreeg ik uitleg en plaatjes mee om thuis oefeningen te doen, maar sommige oefeningen bleken ondanks dat best moeilijk uit te voeren. En als je op Youtube zoekt, zie je vaak filmpjes van gespierde mensen die oefeningen doen die niet voor iedereen geschikt zijn. Zo zijn we uiteindelijk op het idee voor onze eigen website gekomen.’
Kosten
Met inmiddels zo’n zesduizend bezoekers per maand, is het verkeer op de website volgens de heren organisch gegroeid. Dat mag zeker meer worden, volgens hen. Foppen: ‘Fysieke klachten kosten de samenleving op jaarbasis miljarden euro’s. Een slechte houding tijdens werken kost alleen al honderden miljoenen.’
Gollenbeek benadrukt dat de website gratis te bezoeken moet blijven. ‘Veel andere partijen bieden betaalde diensten aan. Dat willen we bewust niet. We zijn ook niet begonnen met het idee om er geld aan te verdienen. We willen alleen mensen zo goed mogelijk informeren.’
Uit de hand gelopen hobby
In de tussentijd blijven Gollenbeek en Foppen samen met collega’s teksten schrijven en filmpjes maken. ‘Het is een langetermijnproject, een beetje een uit de hand gelopen hobby’, lacht Gollenbeek. ‘Naast de patiënturen gaan we er vrolijk verder mee aan de slag. We willen FYSIT met z’n allen laten doorgroeien.’