Om een sterker mandaat voor de Brexit te krijgen, kondigde de Britse premier Theresa May in april vervroegde verkiezingen aan. Het thema Brexit werd overschaduwd: door twee aanslagen in twee weken is terrorismebestrijding met stip het belangrijkste verkiezingsthema geworden.
Maar er hangt meer af van de verkiezingen. Op veel thema’s staan de twee grootste partijen – de Conservatieven en Labour – lijnrecht tegenover elkaar. Met name publieke voorzieningen zijn een twistpunt: zo ook het (hoger) onderwijs.
Orde en stabiliteit
In de afgelopen weken heeft premier May haar best gedaan om zich te profileren als de belichaming van orde en stabiliteit. Ook voor het onderwijs schikt de conservatieve regeringspartij zich in die rol: uit het verkiezingsmanifest blijkt dat ze niet van plan zijn om het in de voorgaande jaren gevoerde beleid drastisch te veranderen.
Wat zijn dan wel de plannen voor het onderwijs en de wetenschap? Om te kunnen meedoen met de grote universiteiten in de VS willen de Conservatieven meer geld vrijmaken voor wetenschappelijk onderzoek, en investeringsfondsen oprichten om universiteiten extra te kunnen ondersteunen.
Dan de Brexit. Doen de Britten na uittreding straks nog wel mee met Europese onderzoeksprogramma’s als Horizon 2020 en Erasmus+, het programma voor uitwisseling van studenten en docenten? Expliciet laten de Conservatieven er zich niet over uit. Wel valt in het manifest te lezen dat ze met de EU willen samenwerken op het gebied van ‘wetenschap en innovatie’.
Aan die samenwerking zitten wel een aantal haken en ogen. De Conservatieven willen een stuk selectiever zijn in het binnenlaten van immigranten, óók als het gaat om studenten. Voor hen worden visumregels aangescherpt.
Voor technici die aan het werk willen in het Verenigd Koninkrijk maakt de partij van May graag een uitzondering: zij krijgen juist voorrang op een visum om het tekort op te vangen. Daarnaast zullen in elke grote Engelse stad ‘technische instellingen’ worden opgericht om technische studies toegankelijker te maken.
Gratis onderwijs
Net als de Conservatieven wil ook Labour wil meer investeren in wetenschappelijk onderzoek. De conservatieve regeringspartij prijst het Verenigd Koninkrijk nadrukkelijk als meritocratie: iedereen heeft er gelijke kansen, en wordt op zijn kwaliteiten beoordeeld. Labour vindt daarentegen dat het onderwijs lang niet altijd even toegankelijk is voor iedereen, en dat daarom een hoop talent verloren gaat.
Hoge kosten zouden geen reden moeten zijn om niet te gaan studeren, vindt Labour. Daarom pleiten zij voor een National Education Service, waarin onderwijs voor iedereen gratis zal zijn. Ook willen zij verschillende bezuinigingen terugdraaien.
In tegenstelling tot de Conservatieven maakt Labour zich wél expliciet hard voor deelname aan Horizon 2020, Erasmus+ en andere Europese onderzoeksprogramma’s. Volgens Labour mogen studenten en onderzoekers onder geen beding de dupe worden van de Brexit.
Wederopstanding
Net als Labour wil ook de kleinere Liberal Democratic Party bezuinigingen in het onderwijs terugdraaien, maar zijn ze minder ambitieus in het investeren in wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast wordt het door de Brexit onmogelijk gemaakt om de beste wetenschappers en studenten aan te trekken, stellen ze. Ze beloven te gaan vechten om een ‘harde’ Brexit tegen te gaan en deelname aan EU-programma’s veilig te stellen.
In alle peilingen staat de Conservatieve Partij van premier May op winst. Het is door de verschillende peilingsresultaten lastig te zeggen hoe groot de voorsprong van de Conservatieven op Labour precies is. Labourleider Jeremy Corbyn lijkt met zijn partij een stijgende lijn te pakken te hebben, en wordt er hier en daar zelfs gesproken van een wederopstanding. Misschien wordt het dan toch nog spannend.
In de nacht van donderdag op vrijdag zal de definitieve uitslag bekend worden.