Moes is een van die acht vrienden en initiatiefnemer. ‘We kennen elkaar uit die tijd’, zegt hij. ‘Over en weer ontstonden vriendschappen, maar de echt hechte band is pas na onze UT-tijd ontstaan. Toen iedereen aan het werk was, de ene helft bij de overheid en de andere in het bedrijfsleven, verdiepte het contact zich. We zoeken elkaar op, bijvoorbeeld in een kookclub, voor een wintersportvakantie of een verjaardag. De eerste 60-jarige hebben we al in ons midden.’
Eindigen in de Vestingbar
De vriendschapsviering werd een weekendje terug naar Twente. ‘Een goed hotel in Hengelo, met een prima restaurant’, zegt Moes over de aankomst. ‘De zaterdag op de fiets naar de campus, langs de flatjes waar we woonden en een praatje maken met de huidige studenten. Eten deden we bij het Atrium, waar we veertig jaar geleden ook onze daghap aten. Ook het restaurant vierde het 40-jarig bestaan, dat viel mooi samen. En natuurlijk zijn we in de Vestingbar geëindigd.’
Broodje stelen
Het was een weekeind om niet snel te vergeten voor de bestuurskundigen. Moes: ‘We hebben verhalen opgehaald, over liefdes, drank, feesten en nachtelijke zwempartijen. En over het broodje stelen bij ‘Bobbie’ Spar. Destijds tapte ik in de Vestingbar. Als we tegen half vijf in de ochtend huiswaarts gingen, kwam de bevoorradingswagen net bij de Spar aan. De gelegenheid maakt de dief, zeggen ze. Dat blijkt wel; we hebben menig vers broodje in een zak laten verdwijnen om thuis nog te nuttigen voor het slapen.’