Broens richtte het bedrijf in 2010 op, nadat hij een jaar daarvoor afstudeerde aan de UT (chemische technologie), gericht op membraantechnologie. Dat zette hij voort in Convergence; het bedrijf maakt testsystemen voor vloeistoffen en gassen, die onder andere volop in UT-laboratoria worden gebruikt.
Hard werken
Inmiddels werkt zo’n 15fte voor het bedrijf, dat zijn producten onder meer in China en Noord-Amerika verkoopt. De sleutel tot het succes? ‘Hard werken’, zegt Broens nuchter. ‘We maken mooi vormgegeven testapparatuur, dat goed geautomatiseerd en efficiënt werkt.’ Een andere succesfactor is volgens Broens de samenwerking met partnerbedrijven, zoals een andere UT-spin-off Micronit. Broens: ‘Zij leveren bijvoorbeeld microfluïdische chips, wij plaatsen die in een apparaat van ons. Zo is ons succes hun succes en andersom.’
Hoewel Convergence al volop internationaal opereert, heeft Broens niet per se het doel om zijn bedrijf veel groter te laten groeien. ‘We werken hard, we doen het goed, we maken mooie apparaten. Ik doe gewoon wat ik leuk vind, met passie voor apparaten bouwen en procestechnologie.’
Zo vader, zo zoon
Die passie komt trouwens niet van een vreemde. Zijn vader, Lute Broens, was in 1989 ook al winnaar van de Van den Kroonenbergprijs. Zijn bedrijf X-Flow (nu Pentair X-Flow) is gespecialiseerd in membraantechnologie. ‘Eigenlijk was het nooit echt de bedoeling dat ik in dezelfde hoek terecht zou komen’, lacht zoon Broens. ‘Maar van het een komt het ander. Ik wist na mijn middelbareschooltijd niet wat voor opleiding ik moest doen. Op aanraden van mijn vader ben ik chemische technologie gaan studeren aan de UT. Bijzonder dat we nu dezelfde prijs hebben gewonnen!’