Onderwijsvernieuwing is volgens de decaan nooit klaar. ‘Maar alles is momenteel stevig verankerd. Het is nu aan de decanen en opleidingsdirecteuren om ermee verder te gaan.’ Een nieuwe decaan onderwijsvernieuwingen aanstellen, hoeft van hem daarom ook niet. ‘Het is nu de beurt aan de organisatie.’ Wessel zelf richt zich straks weer op zijn rol als hoogleraar Europese Studies.
‘Durven loslaten’
Terugkijkend, is een aantal elementen uit het Twents Onderwijsmodel (TOM) al geslaagd volgens hem. ‘Het uitgangspunt van thematisch samengestelde modules hebben we gerealiseerd, het werken in teams en het neerzetten van een structuur is gelukt.’
Op andere punten ziet hij dat er nog terrein te winnen is. ‘Student-driven learning in het bijzonder. Studenten moeten meer de regie krijgen over hun eigen onderwijs. In mijn beleving wordt TOM af en toe nog iets te schools toegepast. Als docenten moeten we meer durven loslaten en niet meer denken in termen van lesgeven, maar studenten laten leren.’
Inspiratiebron
Terwijl intern de kritiek op het onderwijsmodel nog niet helemaal is gaan liggen, constateert Wessel dat andere hogeronderwijsinstellingen enthousiast zijn. ‘We hebben al veel delegaties op bezoek gehad die stuk voor stuk onder de indruk zijn. Voor veel instellingen zijn we een inspiratiebron.’
Implementeren
Wessel begon in april 2013 met de zogeheten tijdelijke projectfunctie, in opdracht van de toenmalige rector Ed Brinksma. Het doel was om TOM te implementeren. ‘Twee jaar daarvoor was ik al nauw betrokken in de projectgroep ter voorbereiding van TOM’, vertelt Wessel. ‘Dat betekende veel inlezen, ervaringen elders opdoen en veel praten.’
Met zijn afscheid inzicht, noemt Wessel zijn rol als decaan onderwijsvernieuwingen ‘ongetwijfeld de leukste bestuurlijke klus tot nu toe’. ‘Het is heel eervol om zo nauw betrokken te zijn geweest bij zo’n grote onderwijsvernieuwing’.