‘De universiteiten spreken waardering uit voor het rapport’, schrijven ze in een persbericht van hun vereniging VSNU. Ze pakken naar eigen zeggen de aandachtspunten op. Denk aan taalcursussen voor docenten en aandacht voor taalvaardigheid van studenten in zowel Engels als Nederlands.
Maar één ding willen ze graag onderstrepen: ‘Internationale samenwerking en mobiliteit zijn van groot belang voor studenten, de wetenschap en de arbeidsmarkt. Studeren in een ‘international classroom’ versterkt de leerervaring voor elke student.’
Van harte
Van zulke sweeping statements blijft het genootschap van topwetenschappers KNAW juist weg. Je moet per opleiding kijken wat het best is, staat in het rapport. De Vereniging Hogescholen blijft daar iets dichter bij in de buurt. ‘Het advies van de KNAW om de keuze voor de onderwijstaal op opleidingsniveau te maken onderschrijven wij van harte’, zegt voorzitter Thom de Graaf.
In het hbo valt het wel mee met de opmars van het Engels, menen de hogescholen. Slechts zes procent van de bacheloropleidingen wordt volledig in het Engels aangeboden. Bij vijf procent kun je kiezen of je de opleiding in het Engels of het Nederlands volgt.
Studentenorganisatie ISO ziet vooral een waarschuwing in het rapport. De KNAW hamert erop dat opleidingen hun docenten en studenten goed moeten ondersteunen als ze op Engels overschakelen en dat klinkt het ISO als muziek in de oren. ‘Het is een illusie om te denken dat zij allemaal met één knip van de vingers vloeiend Engels spreken’, zegt voorzitter Rhea van der Dong. ‘Hier is echt goede begeleiding en scholing voor nodig.’
Goed idee
Engelstalig onderwijs is gewoon een goed idee, vindt daarentegen internationaliseringsorganisatie Nuffic. ‘Het rapport onderschrijft het belang van internationalisering en bevat diverse aanknopingspunten voor een weloverwogen keuze voor Engels als voertaal’, aldus een reactie. ‘Nuffic ziet het toenemende gebruik van Engels in het onderwijs als een positieve ontwikkeling. Goed onderwijs in een andere taal biedt studenten de mogelijkheid om hun taalvaardigheid te verbeteren en hun perspectief op de wereld te vergroten.’
Beter Onderwijs Nederland dreigde eerder met een rechtszaak tegen de Nederlandse staat vanwege de opmars van het Engels in het hoger onderwijs. De KNAW vindt zulke juridische gevechten niet wenselijk en wil liever dat de afweging keer op keer, bij elke opleiding opnieuw, op inhoudelijke gronden wordt gemaakt. Pas desnoods de wet maar aan, staat in het advies.
Sceptisch
Zelfs Beter Onderwijs Nederland ziet zijn argumenten eigenlijk bevestigd door het rapport. ‘Inhoudelijk zijn we het op heel veel punten eens’, zegt voorzitter Ad Verbrugge. ‘Wij worden wel eens karikaturaal weggezet, alsof we alleen maar Nederlands willen, maar wij zien ook de waarde van Engels en diversiteit.’
Toch heeft Verbrugge één fundamenteel kritiekpunt: de opleidingen maken nauwelijks een inhoudelijke afweging. ‘De KNAW miskent de rol van geld, rankings en ideologie. Het is alsof je de banken in 2007 gaat waarschuwen voor de kredietcrisis en dan zegt: de oplossing is zelfregulering. Wij zeggen nu juist dat die zelfregulering niet werkt. Het is een politieke keuze of je Engelstalig onderwijs wenselijk vindt, want dit onderwijs wordt betaald met publiek geld. Ik neem het de universiteiten en hogescholen kwalijk dat ze denken dat ze het allemaal zelf mogen bepalen. De verengelsing is in strijd met de wet.’