Van zowel studenten als docenten kreeg de universiteitsraad signalen over het gebrekkige Engels van sommige UT-studenten. Studentenfractie UReka besloot daarom te kijken wat de toelatingseisen van de UT zijn in vergelijking met andere Nederlandse technische universiteiten. Wat blijkt: de UT hanteert flink lagere taaleisen dan de TU Delft en Eindhoven.
‘Dit is slecht voor de kwaliteit van het onderwijs en de diversiteit en inclusiviteit van de UT-gemeenschap’, zei Max de Vries (UReka) tijdens de Uraad vanmorgen. Hij pleitte daarom voor een inventarisatie van de taalvaardigheid van UT-studenten. Met als belangrijkste vraag: moet de UT haar toelatingseisen verhogen? ‘Nu krijgen studenten in Delft te horen, als ze niet worden toegelaten vanwege hun Engels: probeer het maar in Twente.’
Ondersteuning en begeleiding
‘Ik ben het met je eens dat onze gemeenschap inclusief moet zijn’, reageerde rector Tom Veldkamp. Hij wil echter niet direct aan strengere toelatingseisen. ‘We moeten deze discussie vooral in een breder perspectief plaatsen. Er zijn namelijk ook culturele verschillen die een rol spelen.’ De rector ziet meer in ondersteuning en begeleiding vanaf het moment dat studenten zich aanmelden voor de UT. ‘Het hoort bij je opleiding dat je Engelse vaardigheid verbetert. Ik geloof niet dat de problemen opeens zijn opgelost, als we de toelatingseisen verhogen. Laten we daarom vooral naar andere opties kijken.’
In haar reactie benadrukte Alina Ritter (UReka) nog maar eens de urgentie van het probleem. ‘Natuurlijk, ook strengere toelatingseisen zijn geen wondermiddel. Maar op dit moment komen er studenten door de selectie bij wie een basiskennis over het Engels ontbreekt. Een extra taalcursus gaat dit niet zomaar verhelpen. Als we de toelatingseisen verscherpen, kunnen we in ieder geval een betere selectie maken.’
Pragmatisch
De Uraad staat niettemin open voor andere suggesties om het Engels van UT-studenten te verbeteren, vulde Margo Dietrich (UReka) aan. ‘Waar wij nu om vragen, is een inventarisatie. Hoe zit het precies met de Engelse vaardigheid van studenten?’ Dat beaamde Dirk Koelewijn (DAS). ‘Ik sta er vooral pragmatisch in. Voor beide kanten valt wat te zeggen. Als we het niveau met taalcursussen kunnen opkrikken, dan moeten we dat vooral doen. Eén ding is voor mij in ieder geval duidelijk: er moet iets gebeuren.’