De LSVb reikt de prijs voor beste studentenkamerstad voor het eerst uit en doet dat samen met kenniscentrum Kences en de brancheorganisatie voor particuliere verhuurders Vastgoed Belang. De winnaar is Delft.
Gemeenten kunnen op drie onderdelen scoren: corporaties, particuliere verhuurders en informatievoorziening. De plek van Enschede als hekkensluiter is volgens het rapport niet verrassend. ‘In Enschede is geen groot kamertekort. De urgentie voor een vriendelijke beleid ten aanzien van studentenhuisvesting is daarom minder groot’, aldus het document.
Steng beleid
Toch liegt het rapport er niet om. De gemeente hanteert een streng beleid voor particuliere verhuur en woningbezitters kunnen voorlopig geen vergunning voor kamerverhuur aanvragen, aldus de nota. Daarbij is de vergunning volgens het LSVb voor een wooneenheid met 250 euro erg duur. De informatievoorziening vanuit de gemeente is volgens de jury wel op orde.
‘Niet waar’
De gemeente Enschede herkent zich bij monde van woordvoerder Ruud Lutjenhuis niet in het juryrapport. ‘Dat wij geen vergunningen afgeven voor wooneenheden is gewoon niet waar’, zegt hij. ‘Wel hanteren we criteria, zoals een maximumaantal wooneenheden per straat en buurt. Ook met de leges voor de vergunningen valt het wel mee, we zitten op het landelijk gemiddelde. In Enschede kunnen studenten juist een goede en goedkope kamer vinden.’
Prijswinnaar Delft blinkt volgens de jury vooral uit in de particuliere verhuur. Er is geen vergunning nodig om studenten met meerdere personen in een huis te laten wonen. Daarnaast zet de gemeente zich in om voormalige kantoorruimte om te bouwen tot studentenwoningen.
Opvallend laag scoren Utrecht en Rotterdam (plaatsen 9 en 10). Volgens de jury voeren die gemeenten beleid dat de komst van nieuwe studentenhuizen beperkt.