Op de UT hebben medewerkers veel speelruimte en bevoegdheden om het werk zelf in te delen. Voorbeelden zijn: de keuze voor een eigen werkmethode, het indelen van werktijden en thuiswerken. Dat zijn zogeheten regelmogelijkheden en die staan de komende maand centraal.
Regelmogelijkheden
Het thema komt voort uit een werkdrukanalyse en werd eerder al benoemd in het rapport ziekteverzuim op de UT. ‘Door goede regelmogelijkheden kunnen medewerkers voldoen aan de eisen die het werk aan hen stelt’, zegt HR-beleidsmanager Annemiek Baars. ‘We denken dat dit onderwerp bij uitstek geschikt is om een maand centraal te stellen. We willen zoveel mogelijk UT’ers betrekken bij de themamaand. Zowel ondersteunend als wetenschappelijk personeel heeft hiermee te maken. Dat blijkt uit onderzoek van onder meer onderzoeksinstituut TNO, vakbond FNV en sociaal fonds SoFoKles.’
Inloopbijeenkomsten
Meepraten? Dat kan tijdens de inloopbijeenkomsten op maandag 2 oktober in de entree van Carré, dinsdag 3 oktober in de kantine van de Horst en donderdag 5 oktober in de VIP-kamer in de Ravelijn. Medewerkers zijn van 10 tot 13.30 welkom.
HR wil de themamaand van te voren niet te veel inkaderen. ‘Wij willen weten wat er speelt onder UT’ers. Waar leggen ze prioriteiten? Nemen ze wel de ruimte en vrijheid om nieuwe initiatieven op te pakken en hoe krijg je de leidinggevende daar warm voor? De inbreng van personeelsleden is nodig om een goed beeld te krijgen van de problematiek op de UT. ‘Er is al zo vaak geprobeerd om oplossingen van bovenaf op te leggen. Dat werkt maar beperkt. Als we van medewerkers horen waar ze mee zitten, kunnen we samen tot maatwerk komen. Vorig jaar merkten we ook dat teams van elkaar leerden. Ik hoop dat dit nu weer gebeurt.’
Bewustwording
Bewustwording over dit thema is bij leidinggevenden ook belangrijk, zegt Baars. ‘Zij moeten medewerkers de ruimte geven om initiatieven te ontplooien en het beste uit zichzelf te halen. En ze kunnen natuurlijk zelf ook problemen ondervinden. Want hoe moeten zij medewerkers stimuleren als ze zich minutieus moeten verwantwoorden in rapportages? Ook daar ligt een uitdaging.’
