Presentator Pepijn Schrage (masterstudent IEM) heet het publiek welkom en legt het fenomeen improvisatietheater uit. ‘Vanavond strijden twee teams in een theatervoorstelling tegen elkaar. Ze spelen om en om een korte scene. In het stuk gebruiken de spelers input van het publiek. ‘Jullie mogen dus eigenlijk een beetje meedoen!’. Actief meedoen wel te verstaan. Iedereen staat op, want ‘niet alleen de spelers, maar ook het publiek moet zich opwarmen’. Dit gebeurt op het ritme van ‘My Bonnie’ waarbij je door je knieën buigt op elke ‘B’ in het lied.
Toepasselijk boegeroep
Een interactief spel dus waarbij de teams, bestaande uit vier spelers, elkaar uitdagen. Een wedstrijd is geen wedstrijd zonder het toeziend oog van strenge, doch rechtvaardige rechters. Het is hun taak om punten uit te delen voor onder andere inhoud en techniek. Maar pas op voor de rode kaart. Die volgt als een scene absoluut niet door de beugel kan. Onder toepasselijk boegeroep komen de drie rechters op.
Improvisatietheater
Het publiek is er klaar voor en laat zich verrassen door anderhalf uur improvisatietheater. Pro Deo bijt het spits af met een scene waarin actie en angst en vastberadenheid zich in rap tempo afwisselen. Het bekoort de kritische rechters allerminst. De voorstelling krijgt lage punten, wat resulteert in luid boegeroep van het publiek. Uitdager Rataplan uit Tilburg, de ‘op drie na grootste stad van Brabant’, begint met ‘de draaideur’. De scene eindigt met een scheiding in een langzaam rijdende bus. In de daarop volgende scenes zijn spekjes drugs, eenhoornknuffels moordwapens en een speler functioneert als zuigzoen. Alle scenes krijgen extra sfeer door de muzikale begeleiding van improvisatiemuzikanten.
Het is een avond waarin wordt gezonden, gedanst en zelfs gehuild. De show vergt alle creativiteit van de spelers wanneer ze het sprookje Roodkapje uitbeelden in minder dan een halve minuut. Het publiek beloont de beste scenes door het fanatiek gooien van rozen. En de winnaar? Dat werd Pro Deo.