Het college geeft aan dat het bedrag voor de UT – naar schatting 2,8 miljoen - voor tachtig procent de faculteiten ingaat. Twintig procent is voor de centrale overhead en gaat met name naar student support en IT-afdelingen om de faculteiten te ondersteunen op het gebied van onderwijs.
Met de invoering van de Wet studievoorschot (2015) werd de basisbeurs afgeschaft en omgezet in een leenstelsel. Het geld dat daardoor vrijkomt, moeten de onderwijsinstellingen inzetten voor de verbetering van onderwijskwaliteit. De centrale medezeggenschap – op de UT de universiteitsraad – kreeg van de minister van Onderwijs instemmingsrecht op de besteding van vrijgekomen middelen. De studentengeledingen in de universiteitsraad wilden afgelopen december van het college weten hoe die middelen besteed worden.
Tussenjaar
Het college stelt dat 2018 is aangemerkt als ‘tussenjaar’. Universiteiten krijgen hun stuk van de taart, maar er worden nog geen kwaliteitsafspraken getekend tussen de partijen. Die afspraken volgen in de loop van 2018 en gelden voor de daaropvolgende drie jaar.
Het college geeft aan dat de UT het geld inzet voor onderwijsintensiteit, studiesucces, onderwijsdifferentiatie, kwaliteit van onderwijzen, studentbegeleiding (waaronder studiebeurzen) en onderwijsfaciliteiten.
Maar, waar het geld precies naartoe gaat, wordt niet duidelijk. Het college kijkt namelijk liever naar het totale budget dat beschikbaar is voor onderwijs en de kwaliteit van onderwijs ter waarde van 93,5 miljoen. Daarmee kunnen volgens het college effectieve maatregelen over meerdere jaren genomen worden om de onderwijskwaliteit over de hele UT te verbeteren.