Het is een nieuwe onderzoeksrichting, vertelt de hoogleraar bij de Physics of Fluids-vakgroep. ‘Ik deed vooral onderzoek naar druppels en hoe die plakken aan oppervlakken. De laatste paar jaar zagen we meer en meer dat zachte vaste materialen, zoals polymeer, rubber en hydrogel zich qua adhesie veelal hetzelfde gedragen als vloeistoffen. Dit soort materialen zijn niet vloeibaar, maar zijn in heel veel eigenschappen hetzelfde als vloeistoffen.’
Contactproblemen
Snoeijers onderzoek is fundamenteel van aard, al ziet hij genoeg manieren om het in de praktijk toe te passen. ‘Zachte materialen worden bijvoorbeeld gebruikt als modelsysteem voor menselijk weefsel. Ook in 3D-printen zijn toepassingen te vinden. 3D-printen gebeurt doorgaans door vloeibare of erg zachte materialen op elkaar te stapelen, het zogeheten additive manufacturing’, aldus de onderzoeker. ‘Daarbij is het van belang controle te hebben over hoe de diverse lagen met elkaar in contact komen. Dit onderzoek zal meer inzicht geven in hoe zachte materialen op elkaar reageren.’
Tijd vooruit
Het project heeft een looptijd van vijf jaar. Snoeijer gebruikt het geld om drie promovendi en één postdoc aan te stellen. ‘Ik kan inderdaad een flinke tijd vooruit met deze beurs en me volop richten op deze onderzoekslijn’, aldus de hoogleraar, die op 19 april zijn oratie houdt.
Snoeijer is een van de 35 onderzoekers die een Vici-beurs krijgt van onderzoeksfinancier NWO. Met 233 aanvragen, maakt dat het honoreringspercentage 15 procent. De Vici is een van de grootste persoonsgebonden wetenschappelijke premies in Nederland. De vorige ronde kregen twee UT-onderzoekers een Vici.
