Vroeger was het overzichtelijker. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) kreeg een pot met geld van het ministerie en verdeelde het onder de beste wetenschappers van alle Nederlandse onderzoeksinstellingen. En daarmee was de kous af.
Al zegt voorzitter Gielen het zelf: daar is NWO nog steeds goed in. Jaarlijks verdeelt NWO zo’n zevenhonderd miljoen euro onder wetenschappers. Maar er komt tegenwoordig meer bij kijken. Meer diplomatie, bedoelt hij.
NWO verzet de bakens nu de samenleving steeds meer van de wetenschap verwacht. Er is een wirwar aan topsectoren, agenda’s en consortia in de wetenschap ontstaan, waarin je makkelijk het overzicht kunt verliezen. Voor je het weet, werkt iedereen langs elkaar heen.
Verbinden
‘Verbinden van wetenschap en samenleving’ heet daarom de nieuwe strategie van NWO voor de komende drie jaar. ‘Wij willen alle partijen met hun agenda’s bij elkaar zetten om te kijken waar die overlappen’, zegt Gielen. ‘Denk aan grote thema’s als de energietransitie en het klimaat: daar zijn veel spelers bij betrokken en je wilt dat die elkaar vinden. Als ze hun budgetten bij elkaar brengen, kunnen we die efficiënter besteden.’
Neem alleen al de Nationale Wetenschapsagenda, voortgekomen uit de talloze vragen die burgers, bedrijven en instanties aan de wetenschap stelden. Het kabinet wil er een bedrag aan besteden dat oploopt tot 130 miljoen euro vanaf 2020. NWO gaat dat verdelen in jaarlijkse programmeerrondes. Maar die 130 miljoen is lang niet genoeg om onderzoek naar alle thema’s in die agenda te financieren.
Dus daar moeten weer keuzes in worden gemaakt. Wetenschappers van verschillende disciplines moeten samen plannen indienen bij NWO. ‘Ik zou ze allemaal wel 130 miljoen willen geven, maar dat kan nu eenmaal niet. Sommige groepen moeten misschien een jaartje wachten, maar wij willen eraan bijdragen dat ze in de tussentijd wel blijven samenwerken en niet stil staan tot er weer financiering komt.’
Diplomaat
Ook in het buitenland kan NWO de rol van diplomaat spelen, zegt Gielen. ‘Wetenschap speelt zich af op internationale schaal. Wij willen ervoor zorgen dat de omstandigheden voor Nederlandse onderzoekers optimaal zijn. Dat regel je niet alleen binnen Nederland, maar bijvoorbeeld ook met partners in de Europese Unie.’
Denk maar aan grootschalige wetenschappelijke infrastructuur, zegt hij, waarvoor NWO later vandaag 138 miljoen euro verdeelt. ‘Sommige apparaten bouwen we hier in Nederland, andere staan in het buitenland. In het laatste geval moeten we zorgen dat Nederlandse wetenschappers er toegang toe hebben. Ook moeten we binnen Europa waar nodig praten over vervanging en uitbreiding.’
Verder neemt NWO in Europa het voortouw in de discussie over open science en het delen van onderzoeksdata, vertelt Gielen. NWO gaat proberen alle onderzoeksfinanciers van Europa op één lijn te krijgen, zodat het uitwisselen van data straks niet bij de landsgrenzen ophoudt.
Eigen koers
Kan NWO niet gewoon zeggen: weg met alle wetenschapsagenda’s en strategienota’s, wij varen gewoon onze eigen koers. Dat zou naïef zijn, vindt Gielen. ‘Ik kan wel zeggen: NWO weet wat het beste is, geef ons gewoon het geld. Maar dat lukt niet. En het heeft ook echt rendement om partijen bij elkaar te brengen. Als wij onderzoeksprojecten op het gebied van klimaat financieren, dan willen we graag de belangrijkste spelers eraan verbinden. Dan weten we op voorhand dat het onderzoek impact heeft.’
En wat NWO aan zichzelf wil verbeteren de komende jaren? NWO wil de schaarse middelen ‘breder’ verdelen onder wetenschappers. De organisatie wil het Mattheus-effect bestrijden: de neiging om winnaars opnieuw te laten winnen, zodat onderzoeksgeld steeds bij dezelfde topwetenschappers terechtkomt.
Verder komen er, naar Duits voorbeeld, beurzen om buitenlandse topwetenschappers naar Nederland te halen: het Huygens Professorship. Ook komt er meer aandacht voor team science. ‘Winnaars van de Spinoza-premie bedanken altijd hun team. Ze zijn de kapiteins op het schip, maar we moeten ook zorgen voor een goede bemanning.’
High risk
En ook niet onbelangrijk: riskant onderzoek krijgt weer meer ruimte. High risk, high gain noemt Gielen dat. Als het budget beperkt is, wil je natuurlijk dat elke euro op de goede plek terechtkomt. Maar er moet ook genoeg ruimte zijn voor opzienbarende plannen waarvan je maar moet afwachten wat eruit komt, is de gedachte.