Volgens de Onderwijsraad is er sprake van een groot en urgent maatschappelijk probleem. In het basisonderwijs wordt in 2022 een tekort van ruim vierduizend voltijdsbanen verwacht dat in 2027 oploopt naar elfduizend.
Ernstig
Ook in het voortgezet onderwijs en het mbo is de situatie ernstig, meent de raad, zeker bij vakken als natuurkunde scheikunde en wiskunde. De continuïteit en kwaliteit van het onderwijs zouden in gevaar komen.
De maatregelen die het kabinet inmiddels heeft genomen om het lerarentekort terug te dringen zouden nog te weinig effect hebben. Bovendien mogen ze er niet toe leiden dat er onbevoegde of onbekwame leraren worden ingezet. Concessies aan de kwaliteitseisen zijn uit den boze, benadrukt de raad: “Het bewaken van de ‘bekwaamheid van hen die onderwijs geven’ is immers een grondwettelijke taak van de nationale overheid.”
Status
Als verklaring voor de lerarentekorten gelden onder meer de dalende status van het leraarschap, de geringe doorgroeimogelijkheden en de ervaren werkdruk. Dit najaar zal de Onderwijsraad een advies voor de lange termijn uitbrengen over de loopbanen van leraren.
Maar ook op de korte termijn moet er iets gebeuren, waarschuwt de raad, die het “opvallend” vindt dat de aanpak van het lerarentekort niet in het regeerakkoord is genoemd en dat de centrale regie ontbreekt. De landelijke taskforce, die de Onderwijsraad voor ogen heeft, moet een impuls geven aan het oplossen van de tekorten. Ook ministeries als Sociale Zaken en Financiën moeten meedoen, want “de kwaliteit van het onderwijs raakt de gehele samenleving”.