Vertel, wat is dit voor onderzoeksprogramma?
‘Het is een landelijk initiatief, gestart vanuit de VSNU en richt zich zeven maatschappelijke thema’s waar digitalisering impact heeft. De thema’s schuren overigens dicht tegen de uitkomsten van de Nationale Wetenschapsagenda aan. Je kunt stellen dat dit VSNU-programma geïnspireerd is op die agenda. Dertig hoogleraren bundelen hun krachten in zeven thema’s. Zelf coördineer ik samen met de Leidse professor Andrea Evers het onderdeel Health & Well-Being.’
Wat is hiervan de inhoud?
‘Het is het grootste consortium binnen het gehele programma. Op zich logisch, want veel universiteiten doen iets met gezondheidszorg en in de Nationale Wetenschapsagenda kwamen veel zorgvragen voor. Het mooie is dat wij als UT een bijzondere en een bijzonder sterke positie hebben binnen dit thema. Bij uitstek komt onze technologische niche naar voren. We staan goed op de kaart als je kijkt naar onze onderzoeksinstituten als Techmed Centre, het Digital Society Institute, de faculteit BMS en onderzoekdisciplines als sensing, robotica en eHealth. Met zeven andere universiteiten daarbij hebben we het hele spectrum binnen de gezondheidszorg te pakken.’
Tegelijkertijd staat het nu nog in de kinderschoenen. Wat wordt het vervolg?
‘Sowieso bijeenkomsten organiseren om elkaar makkelijker te gaan vinden, daar begint het mee. Gevolgd door een congres in oktober.’
En daarna is het zaak om subsidieaanvragen op te stellen?
‘Zeker. Dat zien we als een tweetrapsraket. Eerst zetten we in op onderzoeksgeld van nationaal niveau. Als het team eenmaal ingespeeld raakt, kun je de stap maken naar Europees geld.’
Wat is uw rol daarin?
‘Ik vind het belangrijk dat we een goede vorm zoeken en onder één paraplu opereren. Bij wijze van spreken: we hebben nu de goede spelers bij elkaar, maar het draait erom dat we proberen een team te vormen dat in de Champions League kan spelen. Uiteindelijk is een grootschalige, multidisciplinaire samenwerking nodig om de grote problemen in de zorg het hoofd te bieden.’