Nobelprijs voor immunotherapie tegen kanker

Je kunt kanker wegsnijden, bestralen of met medicijnen aanvallen, maar je kunt het lichaam ook helpen om zichzelf gezond te maken. Voor hun onderzoek naar ‘immunotherapie’ krijgen twee wetenschappers de Nobelprijs voor de geneeskunde.

De winnaars van de Nobelprijs zijn de Amerikaan James P. Allison en de Japanner Tasuku Honjo. Zij hebben onderzocht waarom het immuunsysteem wel virussen en bacteriën aanvalt, maar geen kankercellen.

Halverwege de jaren negentig ontdekten de twee laureaten ieder een ‘remmend’ eiwit op de cellen van het immuunsysteem. Die twee eiwitten zorgen ervoor dat het immuunsysteem de kankercellen niet als vijandige cellen herkent.

Rem eraf

Dat opende de deur naar een geheel nieuwe aanpak van kanker. De gedachte is eenvoudig: als je die remmende eiwitten uitschakelt, valt het immuunsysteem de kanker aan zoals het ook een virus of een bacterie aanvalt.

Zowel de aanpak van Allison als die van Honjo boekt resultaat, maar in combinatie werkt het nog beter. Er zijn vormen van kanker waar de overlevingskans van tien procent naar zestig procent is gestegen.

In veel gevallen is kanker dus nog altijd dodelijk, maar het werk van Allison en Honjo is een ‘mijlpaal’ in de voortdurende zoektocht naar betere behandelmethodes, vindt het Nobelprijscomité. Bovendien staat de ontwikkeling van de immunotherapie niet stil en worden de resultaten nog altijd beter.

Nederlands

De Nobelprijs voor de fysiologie of geneeskunde is de eerste die dit jaar wordt uitgereikt. In het verleden hebben twee Nederlanders de prijs gewonnen: Niko Tinbergen in 1973 voor zijn onderzoek naar het gedrag van sociale dieren zoals bijen en vogels, en Christiaan Eijkman in 1929 voor zijn onderzoek naar vitamines.

De twee laureaten delen samen de prijs van 9 miljoen Zweedse kronen, oftewel bijna 900 duizend euro.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.