Questions University Council about landlord Hogekamp
Should the UT associate itself with Camelot? That is what Sevim Aktas (UReka) wanted to know from the Executive Board at the University Council meeting last Wednesday. Aktas also said that the alternative housing for internationals leaves much to be desired.
Dagblad Tubantia berichtte kritisch over Camelot, verhuurder van studio’s in de Hogekamp. Naar aanleiding van deze berichtgeving wilde Sevim Aktas van het CvB weten of de UT met een partner als Camelot geassocieerd wil worden.
‘Niemand is erbij gebaat als de UT afstand neemt van Camelot’, reageerde Mirjam Bult, vicevoorzitter CvB. ‘Dan zijn we onze beïnvloedingsmogelijkheden namelijk kwijt. Voor huisvesting zijn studenten niet afhankelijk van Camelot. Ze hebben ook andere keuzes.’
Dat geldt volgens Bult ook voor de niet-EU-studenten, waarvoor de UT een huisvestingsgarantie heeft. ‘Deze studenten krijgen een eenmalig aanbod via huurportaal Roomspot en daar zitten naast Camelot ook andere aanbieders tussen. Ze worden niet een-op-een gedwongen om bij Camelot te huren.’
De eerste lichting studenten in de Hogekamp is overwegend positief, weet Bult. ‘Het vinden van een externe exploitant voor de Hogekamp was een lang proces. We hebben er weinig aan om de verhuurder te stigmatiseren. Voor de TU Eindhoven verhuurt Camelot een soortgelijk gebouw. Daar waren in het begin ook opstartproblemen.’
Huisvestingsproblemen
De alternatieven voor Camelot laten volgens Aktas te wensen over. ‘Ik ontvang veel klachten van internationale studenten. Het grootste deel van de internationals krijgt te maken met huisvestingsproblemen. Een deel van hen moet zelfs noodgedwongen terug naar het thuisland. Dat kan in de toekomst niet zo doorgaan.’
De UT is in gesprek met de gemeente om het aanbod kwalitatief en kwantitatief te verbeteren, reageerde Bult. ‘Eigenlijk zijn er, als we kijken naar de meerjarige instroom, zo’n duizend extra wooneenheden nodig. Universiteiten kunnen én mogen niet risicodragend investeren in huisvesting. Dat betekent dat we afhankelijk zijn van externe marktpartijen.’
