In het pand wacht een onbescheiden lading fusten ongeduldig in de hoek, de vele wanddoeken ademen behaaglijkheid en bij binnenkomst kun je de geur van intensief geklus al ruiken. Kaartjes voor het feest zijn er niet meer, die waren na een halve minuut al uitverkocht. Huisoudste Boudewijn Mol (21), UT-student civiele techniek, vertelt over het organiseren van het grootste studentenhuisfeest van Nederland. ‘In september trapten we het creatieve proces af: het vormgeven van het feest. Evenals het rondkrijgen van vergunningen, sponsoring en de andere logistieke aspecten. Ook ging er veel tijd zitten in het verzinnen van een thema.’
‘Ons Verleden Kwijtperk’, luidt het thema, waarmee de huidige teloorgang van ‘burgerlijke’ normen en waarden op de hak wordt genomen door de studenten. Matthijs de Bruijn (21), Saxion-student industrieel product ontwerpen: ‘We willen geen ordinair zuipfestijn organiseren, maar een verhaal vertellen. Dan heb je een thema nodig dat pakkend is in het woord, doch sterk genoeg om een inhoudelijk verhaal te vertellen.’ De Bruijn Vervolgt: ‘Waar de jongere generatie vroeger nog vol verwondering naar een werk van Rembrandt kon staren, wordt er in onze huidige tijdgeest meer waarde gehecht aan artiesten die over ‘verraderlijke cocaïne’ in Honda’s of Bentley’s zingen. Wij zijn van mening dat deze maatschappelijke tendens omgedraaid moet worden en, al zal het een onomkeerbaar proces zijn, op ons Hubertusfeest kun je jezelf voor één nacht weer in oprechte culturele sferen wanen.’
Theezakje
De manier waarop die sfeer moet ontstaan, ligt volgens Mol voor een groot deel bij de bezoekers zelf. ‘We hanteren een dresscode. Als je niet verkleed komt, kom je niet naar binnen. Idealiter kleedt de bezoeker zich naar het door ons gegeven thema, maar vorig jaar zagen we bijvoorbeeld ook mensen verkleed komen als theezakje terwijl het onderwerp ‘rumoerknal’ was.’ De Bruijn: ‘Naast dat we van bezoekers een bijdrage aan de sfeer verwachten, kleden we de boel natuurlijk ook een beetje aan.’ De Bruijn laat de ‘oude lullen’-kamer zien, waar al enige renaissance kunstwerken hangen. Mol: ‘Hoe we zelf verkleed gaan, kan ik je niet vertellen. Maar, een tipje van de sluier oplichten wel: laten we zeggen dat je eraan kunt afzien dat wij de voormannen van dit thema zijn.’
Hotelkamer
Al die organisatorische moeite moet natuurlijk haar vruchten afwerpen: wanneer is het feest succes? Mol: ‘Vanuit organisatorisch oogpunt is het een succes wanneer het feest probleemloos verloopt en iedereen ongedeerd thuiskomt. Veiligheid staat bij ons hoog in het vaandel, zo hebben we dit jaar weer de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen. In samenwerkingsverband met de Enschedese brandweer hebben we veiligheidschecks uitgevoerd. Ook is er rekening gehouden met zware regenval en andere calamiteiten. Tevens zijn er EHBO’ers, evenals uitsmijters uit het Enschedese nachtleven aanwezig.’ De Bruijn: ‘Ik denk dat je het als bezoeker een succes mag noemen wanneer je met drie vrouwen in een hotelkamer eindigt. Maar ook huiswaarts keren met veel zin in de volgende editie is goed.’