'always a bit awkward'
Besides doing research on the UT, Femke Nijboer is often found on stage. In her theatre performance 'even janken en weer doorgaan' she talks about bad luck, resilience and humor. She does this together with Paul Trossèl. 'He's the lecturer without a voice, I am his translator.'
Paul Trossèl is een voormalig manager uit de voedselindustrie. Hij lijdt wegens een hersenstaminfarct aan het locked-in syndroom, een neurologische aandoening waarbij bijna alle communicatiemogelijkheden zijn weggevallen. ‘Paul is een van de slimste mensen die ik ken,’ aldus Nijboer. De twee ontmoetten elkaar als onderzoeker en proefpersoon tijdens een onderzoek over braincomputer-interfaces. Nijboer: ‘De voorstelling verzorgen we samen. Hij is de spreker zonder stem en ik ben als het ware de tolk. Trossèl vertelt over hoe je omgaat met pech en hoe je je erop kunt voorbereiden. Ik praat ook over mijn eigen pech, al is dat van een heel ander kaliber.’
Fungeren als tolk op het podium en spreker zonder stem brengt af en toe ook zo zijn reacties teweeg bij het publiek. Nijboer: ‘In het begin is het altijd een beetje ongemakkelijk. Ze zien dan een grote verlamde man van twee meter in een rolstoel met misschien wel een beetje kwijl en kunnen zichzelf moeilijk op hun gemak stellen. Ik breek dat ijs door grappen over hem en mezelf te maken. In het begin durft niemand te lachen, maar uiteindelijk komen ze wel los. We stellen ook vragen aan het publiek, over welk cijfer ze hun eigen leven zouden geven. Verbazend voor het publiek is dat vaak hetzelfde cijfer van Trossèl.’
Nijboer praat ook over het belang van humor in het leven. ‘Misschien komt het doordat ik ouder word en minder zin heb om in de pas te lopen. Ik publiceer als onderzoeker niet zo veel als ik zou willen. Mijn kracht zit hem in het geven van lezingen, om daar gewicht aan mee te geven, is het belangrijk om dingen humorvol te brengen. Zo staan we als twee imperfecte mensen op het podium: de onder-publicerende onderzoeker en de spreker zonder stem. Wanneer we onze krachten bundelen cijferen die imperfecties zich weg en geven we een prachtige voorstelling.’