U-Today wilde in kaart brengen in welke mate de website, het Science & Technology Magazine, de specials en de sociale media gelezen en gewaardeerd worden onder medewerkers en studenten. Vanuit die strekking ging onderzoeksbureau Newcom Research & Consultancy voor U-Today de campus op. In totaal vulden 428 mensen de enquête in (317 ter plekke, 109 online).
Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat U-Today ruim voldoende gewaardeerd wordt. Onze kanalen bereiken gemiddeld acht op de tien medewerkers en zes op de tien studenten. U-Today wordt vooral geassocieerd met relevant, actueel en informatief nieuws. Onder medewerkers zijn de website en de magazines de belangrijkste kanalen, onder studenten sociale media. De website en sociale media hebben niet alleen het hoogste bereik, maar tevens de hoogste informatiewaardering.
Verbeterpunten
Verbeterpunten zijn er ook: hoewel 50 procent van de intensieve gebruikers vindt dat U-Today voldoende kritisch en onafhankelijk opereert, vindt zo’n 20 procent dat niet van toepassing. Volgens Newcom liggen daar kansen voor U-Today om zichzelf sterker neer te zetten als UT-gerelateerde nieuwsbron.
De e-mailnieuwsbrief krijgt gemiddeld de laagste beoordeling met een 7,1, terwijl Newcom ook concludeerde dat de app een relatief onbekend kanaal is. ‘Met de algehele waardering zijn wij ontzettend blij’, vertelt hoofdredacteur Maaike Platvoet. ‘De koers van U-Today is twee jaar geleden ingezet en voor mij is dit een bevestiging dat we op de goede weg zitten. Toch zien wij ook kansen voor verbetering. We moeten keuzes maken: wat gaan we meer doen en wat minder? Die strategie wil ik de komende maanden met de redactie uitstippelen.’
Diverse doelgroep
Volgens Platvoet is het de uitdaging om de diverse UT-doelgroep zo goed mogelijk te bedienen. ‘Medewerkers zijn trouwer aan printuitgaves, studenten consumeren het nieuws vooral via sociale media en dan zijn er de internationale mensen die voor ons moeilijker te bereiken zijn. Daarbij heeft ieder zijn of haar eigen voorkeuren in nieuws- of achtergrondverhalen. Waar de een vindt dat we veel kritischer moeten zijn, zegt de ander dat het wat minder cynisch mag.’
De diversiteit van de doelgroep sprak ook uit de zeer uiteenlopende reacties. Zo was er de wens om ‘meer kritische, onafhankelijke en relevante’ journalistiek te bedrijven versus ‘niets, ik ben tevreden’ en ‘hele mooie verhalen en interviews’. Ook spraken de lezers verdeeldheid uit over het Science & Technology Magazine. Een lezer opperde de frequentie van de magazines te verhogen, een ander adviseerde vooral om de oplages naar beneden bij te stellen en niet meer te verspreiden in de gebouwen.
Platvoet: ‘De belangrijkste conclusie is dat we het prima doen. Dat betekent niet dat we achterover kunnen leunen. We zien voldoende kansen om onszelf te blijven verbeteren.’