Gespecialiseerde universiteiten als de TU Delft en Wageningen hoeven volgens het blad van de Algemene Onderwijsbond weinig aan marketing te doen om internationale studenten voor zich te winnen. Maar voor andere universiteiten en hogescholen is dat minder het geval. Saxion geldt als voorbeeld van een hogeschool die doelbewust tweetalig wil worden om meer internationale studenten te werven en de demografische krimp in Oost-Nederland op te vangen.
Prikkel
In Nederland zou naar schatting twintig procent van de internationale studenten via zo’n bureau geworven zijn. Voor elke aangeleverde student betaalt de instelling een vergoeding, van tien tot vijftien procent van het collegegeld: gemiddeld 1500 euro. En hoe hoger het betaalde bedrag, hoe groter de prikkel voor een bureau om studenten naar die hogeschool of universiteit te sturen.
Hoewel internationale studenten extra geld in het laadje brengen, zitten er volgens het Onderwijsblad ook nadelen aan deze manier van werven. De bureaus doen er alles aan om de instroom op te voeren. Zo zouden zij ondergekwalificeerde studenten met dure schakeljaren bijspijkeren om hen alsnog toegelaten te krijgen. Het is de vraag of zij daarmee het vereiste niveau behalen.
Scherp geformuleerd
De Vereniging Hogescholen weerspreekt het geschetste beeld. ‘De groei van het aantal internationale diplomastudenten in het hbo blijft beperkt en ligt al jaren onder de 6 procent’, laat een woordvoerder desgevraagd weten. ‘Wij voeren geen actief beleid om de internationale instroom te bevorderen en er is geen sprake van een wildgroei aan wervingsbureaus.’
Woordvoerder Bart Pierik van de Vereniging van Universiteiten laat weten dat de afweging om samen te werken met wervingsbureaus aan de universiteiten zelf is. De constatering van het Onderwijsblad, dat Nederlandse instellingen actief studenten werven op een ‘super competitieve markt waar het grote geld heerst en universiteiten uit Angelsaksische landen de dienst uitmaken’, vindt hij ‘wel heel scherp’ geformuleerd. Pierik: ‘Nederlandse universiteiten bieden excellente kwaliteit, ze staan allemaal in de top 250 van de wereld, geen wonder dat ze ook over de grens populair zijn.’