Het blijft voor studenten moeilijk om een betaalbare woning te vinden. Daarom hebben onderwijsinstellingen, verhuurders, gemeenten en studentenorganisaties eind vorig jaar een actieplan ondertekend om de kamernood te lijf te gaan. Binnen tien jaar moeten vraag en aanbod in evenwicht zijn.
De betrokken partijen zijn inmiddels een half jaar aan de slag en minister Ollongren van Binnenlandse Zaken, die ook over huisvesting gaat, is blij met de eerste resultaten, schrijft ze aan de Tweede Kamer. De lokale samenwerking is op gang gekomen en dat heeft in bijna alle studentensteden geleid tot concrete plannen om de woningtekorten aan te pakken.
Ambities
Amsterdam is het meest ambitieus. De stad wil de komende drie jaar 9.400 extra studentenwoningen realiseren en daarmee het hele huidige tekort wegwerken. Utrecht, de stad met de een na hoogste woningnood, heeft minder grote plannen. Met ruim 2.500 nieuwe woningen wordt tot 2023 nog geen derde van het gat gedicht. Delft mikt de komende vier jaar op 2.000 woningen, terwijl het tekort twee keer zo groot is. Het gaat in alle steden vooralsnog om ambities. De komende tijd moet blijken of die ook haalbaar zijn.
Piekmoment
Ook tijdelijke huisvesting is van belang, vindt de minister. Zeker in het begin van het collegejaar, als veel nieuwe studenten tegelijkertijd een woningruimte zoeken en veel afgestudeerden nog niet vertrokken zijn. Dit piekmoment is vooral voor internationale studenten een probleem, omdat zij niet de optie hebben om langer bij hun ouders te blijven wonen.
Deze groep is vaak onbekend met het Nederlandse huurrecht en dus een makkelijke prooi voor oplichters. Dit jaar kreeg de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) 236 klachten binnen via de ‘housing hotline’, twee keer zoveel als vorig jaar. Internationale studenten hebben last van discriminatie op de woningmarkt en worden uitgebuit, aldus de LSVb.
De voorlichting aan internationals wordt verder verbeterd, schrijft minister Ollongren. Studentenhuisvesters werken samen aan een campagne om de integratie tussen Nederlandse en internationale huurders te bevorderen. Toch erkennen nog niet alle huisvesters dat hun huurders soms onwelwillend staan tegenover internationale medebewoners.
Ook heeft het ministerie gekeken of het toekomstig aantal internationals beter is te voorspellen, om de piek in augustus en september op te vangen. Maar dat blijkt op korte termijn niet mogelijk. Het is dus niet uit te sluiten dat studenten ook dit jaar worden opgevangen in tenten, stelt Ollongren.
Uitdaging
Diederik Brink, directeur van studentenhuisvestingorganisatie Kences, noemt het grote winst dat betrokken partijen om tafel zitten. ‘Er wordt regie genomen. Daardoor zijn er afspraken gemaakt om bijvoorbeeld de piek op te vangen. Zo worden in Groningen 120 gemeubileerde woningen tijdelijk aangeboden.’ Maar op lange termijn zijn er meer plekken nodig om te bouwen, stelt Brink. ‘De grond wordt duurder en het aantal studenten neemt toe. Dat zijn grote uitdagingen.’