In het voorjaar moeten de eerste drie huisjes in het bos staan. Dan nog naast de moestuintjes, maar bij uitbreiding wijken de tuinen mogelijk. Nico van Diepen, voorzitter van de moestuinvereniging, is ‘niet blij’ met de plannen. ‘Ik heb nog niets officieels gehoord’, zegt hij. ‘We zagen al wel tekeningen met de huisjes op onze tuinen, dat was heel duidelijk. Hoe het nu verder gaat, weet ik niet. Maar ik ben bang dat we een deel van de tuintjes kwijtraken.’
Projectleider Mariëlle Winkler zegt dat het zo’n vaart niet zal lopen. Volgens haar blijven de moestuintjes voorlopig onaangeroerd. ‘De kans dat we binnen nu en vijf jaar uitwijken naar de biologische tuinen is heel klein’, zegt ze. Winkler schat in dat er in het bos plek is voor zo’n zes tiny houses, daarna zijn de tuinen in beeld als plek. ‘Dat is afhankelijk van de ervaringen met de eerste drie huisjes.’
Kleinschaliger
Het tiny houses-project wordt kleinschaliger dan aangekondigd in de recentste uitgave van het corporate relatie- en alumnimagazine van de UT. Toen ging Winkler ervan uit dat er binnen vijf jaar tien tot vijftien huisjes staan. Ook in het beeldkwaliteitsplan van de campus, dat deze zomer werd opgeleverd, zijn zo’n twintig huisjes deels ingetekend op de tuinen. Winkler: ‘Dat plan is een schets van hoe de campus eruit kan zien en zegt niet hoe we de campus uiteindelijk echt ontwikkelen.’
Experimenteel
In het experimentele wijkje met tien tot vijftien ‘duurzame’ tiny houses kunnen onderzoekers, studenten, bedrijven en overheden slimme systemen voor energie- en watervoorziening testen. De bewoners van de huisjes zijn proefpersonen voor het werken met een smart grid, een systeem dat bepaalt hoeveel je energie je kunt gebruiken.
