Van de 56 studenten die in september begonnen, is tachtig procent afkomstig uit de regio Amsterdam en de rest internationaal. Inmiddels zijn zo’n tien studenten afgehaakt, wat volgens André De Boer vergelijkbare cijfers zijn ten opzichte van de reguliere UT-opleiding.
Reizen
Het afgelopen half jaar bood de opleiding enkele evaluatiemomenten voor studenten. Locatiedirecteur Pieter Roos is tevreden met hoe de opleiding draait. ‘Al was een van de genoemde verbeterpunten het reizen tussen Amsterdam en Enschede’, vertelt Roos. ‘We kijken nog naar oplossingen. Misschien dat we in de toekomst minder contactmomenten moeten houden. Of dat we de tijd dat de studenten in Enschede zijn beter benutten door colleges te geven, in plaats van alleen de practica.’
Beter ondersteunen
Hoogleraar André de Boer, voormalig opleidingsdirecteur werktuigbouwkunde, fungeert bij de opleiding als cultuurbewaker en geeft advies. Hij denkt dat er in ondersteuning van de studenten terrein te winnen valt. ‘Als ze buiten collegetijden vakinhoudelijke vragen hebben, zijn er niet altijd UT-docenten aanwezig. In het tweede semester lossen we dit op door de aanwezigheid van één UT-docent als semestercoördinator in Amsterdam, vier dagen in de week.’
Eerder contact met de medewerkers van de werkplaats is volgens hem ook wenselijk. ‘Nu komen ze, in de weken dat ze in Enschede zijn, erachter dat sommige ideeën niet haalbaar zijn’, zegt De Boer. ‘De studenten hebben op de VU nog geen eigen plek, al zijn ze wel welkom bij de studievereniging Mens. Desalniettemin lopen ze er soms een beetje verloren bij, want ze hebben geen eigen kamer, zoals Newton dat wel heeft op de UT.’
Student Rutger de Vos (20): ‘koude blokhutten’
‘Als we in Enschede zijn, verblijven we in de blokhutten op de campus. Het is er veel te koud, alsof het niet geïsoleerd is. Het reizen om de twee weken is op zich wel te doen, omdat je met een hechte groep bent. Dat maakt het reizen draaglijk. We hebben niet echt veel van Enschede gezien. We zijn voornamelijk op de campus en zijn één keer wezen bowlen bij Go Planet. Het was wel fijn dat er de mogelijkheid was om WB zo dicht bij huis te doen, maar of we de master hier in Enschede gaan doen weten we nog niet.’
Projecten
De Boer en Roos zijn tevreden met de invulling van het curriculum. De echte WB-vakken worden gegeven door minstens zes UT-docenten, terwijl VU-docenten vakken als wiskunde verzorgen en ondersteunen bij vakken als Thermodynamics. ‘De docenten hebben veel didactische vrijheid gekregen in het vormgeven van hun lessen. Op bepaalde accenten en details verschilt deze opleiding met de UT-bachelor werktuigbouwkunde’, zegt Roos. Dat beaamt De Boer. ‘We zaten niet vast aan de TOM-doctrine. Er zijn minder projecten en er is betere afstemming van de vakken.’
In de toekomst is er nog werk aan de winkel, ziet De Boer. ‘We moeten nog een werktuigbouwgemeenschap zien te creëren, zoals op de UT’, stelt hij. ‘Er zijn nu enkele VU-docenten die meelopen en uiteindelijk WB-vakken gaan overnemen. Eén van de uitdagingen is het overbrengen van de typische werktuigbouwmentaliteit die we op de UT hebben.’
Student Daan de Jong (18): ‘Als proefkonijnen in bubbel’
‘Ik verblijf in het U Parkhotel, omdat ik toch behoefte had aan wat luxe. Vooral de internationale studenten hebben problemen met het reizen vanwege de hoge kosten van het openbaar vervoer. Dat kunnen ze in tegenstelling tot wij niet gratis. Je ziet niet echt veel van Enschede je bent hier op de campus in een soort van bubbel. We hebben de mogelijkheid om feedback over de opleiding te geven. Je krijgt wel het gevoel dat er echt naar je geluisterd wordt, maar we voelen ons als eerste lichting een soort van proefkonijnen.’
Tweehonderd studenten
In de businesscase staat dat de opleiding aankomend collegejaar op zo’n tweehonderd nieuwe studenten kan rekenen, omdat er meer tijd is voor marketing. De Boer vindt dit aantal te ambitieus en verwacht eerder honderd studenten. ‘Maar ik ben benieuwd. Tijdens voorlichtingsdagen heb ik gemerkt dat er echt interesse is.’
Nagekomen reactie (21/2)
Locatiedirecteur Pieter Roos en VU-coördinator Janine de Schutter laten weten dat een aantal oplossingen is doorgevoerd. Studenten reizen in het tweede semester al minder vaak naar de UT, waar ze vooral voor praktica, colleges en tutorials zijn. In het eerste semester werden zowel de reiskosten voor internationale studenten als de verblijfskosten op de UT voor alle studenten vergoed.
Ook zeggen ze dat in het eerste semester - naast een VU-coördinator en studieadviseur - een UT-coördinator meerdere dagen in de week in Amsterdam aanwezig was, er sinds het begin een opendeurenbeleid is en er veel digitaal wordt gecommuniceerd met de studenten. Wat betreft de 'communitybuilding' zetten de eerstejaars momenteel een lokale Newton-tak op de VU op en staat de eerste borrel inmiddels op de planning.