De lidstaten van de Europese Unie onderhandelen momenteel hoeveel geld ze de komende zeven jaar via Brussel willen uitgeven. De oostelijke en zuidelijke landen willen dat er zo veel mogelijk geld naar Brussel gaat. Maar Nederland – als nettobetaler – wil juist bezuinigen op de EU. Het trekt samen op met Oostenrijk, Zweden, Denemarken en Duitsland. Ze worden in Brussel de stingy five genoemd, de gierige vijf.
Onder druk
Maar minder geld naar Brussel betekent ook minder geld uit Brussel. Onder meer de budgetverhoging van het Erasmus-programma staat onder druk. In de voorstellen van de Europese Commissie zou het budget worden verdubbeld: van 15 naar 30 miljard euro in de periode 2021-2027. Dat zou moeten zorgen voor 12 miljoen uitwisselingen van studenten en wetenschappers via Erasmus+, drie keer zoveel als in de afgelopen zeven jaar.
En eigenlijk moet het budget nog verder omhoog, zei Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen afgelopen zomer bij haar sollicitatie in het Europees Parlement: van 15 naar 45 miljard, iets wat het Europees Parlement ook wil. Maar dat doel lijkt nu verder weg dan ooit nu vijf regeringsleiders de hakken in het zand zetten. De vrees bestaat dat zelfs de verdubbeling niet wordt gehaald. Daarom heeft het Europees Parlement de onderhandelingen over Erasmus+ stilgelegd.
Onderzoeksbeurzen
Ook over het budget van Horizon Europe wordt flink gesteggeld. Uit dat onderzoeksprogramma worden onder meer de wetenschapsbeurzen van de Europese Onderzoeksraad betaald, waar Nederland flink van profiteert. Het Europees Parlement wilde 120 miljard voor de komende zeven jaar. De Europese Commissie stelde 94 miljard voor, de vrees leeft dat het hooguit 75 miljard wordt – vergelijkbaar met het huidige budget.
Initiative for Science, een onafhankelijk Europees wetenschapsplatform, heeft een petitie online gezet om het belang van Horizon Europe te onderstrepen en de regeringsleiders op te roepen een ambitieuzer budget ter beschikking te stellen. Op 20 februari komen ze weer bij elkaar.