De UT zet twee biologische bestrijdingsmiddelen in als grootste wapens tegen de eikenprocessierups. Afgelopen vrijdag maakte groenvoorziener Krinkels een eerste nachtelijke ronde over de campus. Met een nevelspuit spoot het bedrijf nematoden, natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, in de bomen. Over twee weken is de tweede ronde. Deze aaltjes zijn volgens contractmanager terrein André de Brouwer onschadelijk voor mens, plant en dier en hebben alleen effect op ‘soft body’ insecten zoals rupsen.
Het tweede middel is wat hardnekkiger, zegt De Brouwer. ‘Dat is Xentari, een biologisch middel dat we pas gebruiken als de bomen wat meer in het blad zitten. Maar, het liefste willen we de natuurlijke vijanden van de rupsen, zoals sluipwespen en mezen, hun werk laten doen. Voor de biodiversiteit hebben we vogelkastjes en insectenhotels geplaatst en bloembollen geplant.’
Beschermde soorten
Krinkels mag niet overal op de campus spuiten. ‘Dat heeft te maken met de aanwezigheid van bepaalde beschermde vlindersoorten’, legt De Brouwer uit. ‘Ieder jaar moeten we een vlinderkaart aanschaffen, waarop je ziet waar je wel en waar niet mag bestrijden. Op een flink stuk van de Witbreuksweg, Calslaan en Bosweg kan het niet, maar ook aan de Drienerlolaan bij de hoofdingang of bij het O&O-plein. Waar we niet mogen spuiten, zuigen we alsnog de nesten weg.’ Dat gebeurde ook voorgaande jaren. Het nadeel was dat de rupsen al dusdanig ‘volwassen’ waren, dat ze brandharen hadden en overlast veroorzaakten in de vorm van jeuk en een branderig gevoel.
De Brouwer verwacht dat er meer eikenprocessierupsen zijn dan vorig jaar, toen de overlast al flink was. ‘We hebben daarom de bestrijding opgevoerd en beginnen op tijd. De gemeente ook. We hopen zo de overlast zoveel mogelijk te beperken.’