Normaal gesproken lopen eerstejaars studenten tijdens de introductiedagen over een plein tjokvol standjes van de gezelligheidsverenigingen, sportverenigingen, disputen, politieke clubs, toneelverenigingen enzovoorts.
Maar deze keer niet. Corona gooit roet in het eten. Misschien worden daardoor veel minder studenten lid van een vereniging, vreest de Groningse derdejaars student Marc de Groot van de studentenfractie SOG in de universiteitsraad.
Tennis en zeilen
Zelf werd hij lid van de tennisvereniging en de zeilvereniging. Bovendien ging hij in de universiteitsraad voor fractie SOG. Het zou doodzonde zijn als aankomende studenten zo’n studietijd mislopen, vindt hij.
Daarom hebben vijf studentenfracties uit Groningen, Leiden, Utrecht, Delft en Tilburg samen met de Landelijke Kamer van Verenigingen een open brief aan de komende lichting studenten geschreven. ‘Je gaat voor het eerst op kamers, bent voor het eerst eigen baas, leert de stad waar je gaat studeren op een compleet andere manier kennen én je gaat deel uitmaken van een van de meest bruisende studentensamenlevingen ter wereld.’
Maar daar moeten ze wel zelf iets voor doen, want de verenigingen kunnen hen nu niet werven. ‘Iedereen kent Vindicat of Minerva’, zegt De Groot, ‘maar er zijn veel kleine verenigingen en onafhankelijke disputen die het echt moeilijk gaan krijgen komend jaar.’
Toevallige ontmoeting
‘De studenten missen straks de toevallige ontmoetingen tijdens de introductiedagen’, zegt ook Yorick van der Heiden van de Landelijke Kamer van Verenigingen en student biotechnologie in Wageningen. Daarom is het een goed idee als de eerstejaars zelf actief alle mogelijkheden gaan onderzoeken, vindt hij.
Sommige eerstejaars studenten zijn een beetje bang voor het bindend studieadvies en durven niet zo goed aan andere activiteiten naast hun studie te beginnen, maar volgens De Groot is die angst niet terecht. ‘Het is allemaal heel goed te combineren. Je kunt prima naast je studie een commissie doen.’
De introductieweek zal er in de verschillende steden anders uitzien. Sommige gaan bijna helemaal online, andere werken met kleine groepen studenten die de stad en hun medestudenten leren kennen. Grote evenementen zijn voorlopig uit den boze, maar het studentenleven gaat hoe dan ook door.