Nog tot halverwege 2021 kunnen noodlijdende bedrijven financiële steun krijgen voor hun loonkosten. Vanaf oktober is de steun 80 procent van alle salarissen, vanaf januari 70 procent en vanaf april 60 procent. Hier is 5,4 miljard euro mee gemoeid.
Dat is goed nieuws voor studenten met een vaste bijbaan. Maar veel studenten zijn flexwerkers. Voor die groep haalt het pakket weinig uit. De regeling voor flexwerkers is 27 juli gesloten en krijgt geen vervolg.
Buiten de boot
Het ging in die regeling om uitzendkrachten of mensen met een nul-urencontract. Studenten met een bijbaan werden expliciet genoemd. Ze moesten minstens de helft van hun inkomen zijn kwijtgeraakt door de coronacrisis.
Om studenten voor deze regeling in aanmerking te laten komen, moesten ze aantonen dat ze in februari inderdaad een inkomen hadden uit hun flexwerk: minstens 400 euro. Dat was eerst 500 euro, maar de Tweede Kamer vreesde dat te veel studenten dan buiten de boot zouden vallen.
Weinig aandacht
De landelijke studentenorganisaties ISO en LSVb balen ervan dat er in het nieuwe pakket zo weinig aandacht voor studenten is, laten ze desgevraagd weten. Jongeren worden hard getroffen door de economische crisis, dus die verdienen naar hun mening meer hulp.
Het kabinet beschouwt studenten kennelijk niet als risicogroep. Ze kunnen tegen goede voorwaarden lenen bij DUO, was eerder het argument. Als ze eenmaal hoogopgeleid zijn, is hun kans op een baan groot. Dat ligt bijvoorbeeld anders voor ‘kwetsbare schoolverlaters’, een groep die het kabinet wel expliciet noemt.
In het nieuwe ‘steun- en herstelpakket’ zit wel geld voor omscholing. Zelfstandig ondernemers kunnen daar bijvoorbeeld een beroep op doen, als hun onderneming niet overeind blijft. Ook wil het kabinet de jeugdwerkloosheid aanpakken.
R&D
Tot slot komt er een groter belastingvoordeel voor private investeringen in onderzoek en innovatie. Zo wordt het in deze tijden makkelijker gemaakt om iets nieuws te ontwikkelen, is de gedachte.