Freek van der Meer (ITC): ‘Nou, het wordt in ieder geval een spannend jaar. In 2022 verhuist ITC naar de campus. Over twee maanden gaat de bouw beginnen. Dan kunnen we langzaam toeleven naar onze nieuwe plek op de campus. Sinds de integratie van ITC met de UT in 2010 is er toegeleefd naar deze verhuizing naar de campus. Aan de bouw kunnen wij zelf verder weinig doen, dat wordt afwachten. Maar het nieuwe gebouw gaat onze faculteit, en de gehele UT, architectonisch op de kaart zetten, daar ben ik van overtuigd.’
‘Verder heeft ITC sinds vorig jaar een geheel nieuw faculteitsbestuur. We richten ons met deze nieuwe club komend jaar op een aantal inhoudelijke thema’s: GeoHealth (denk hierbij bijvoorbeeld aan het in kaart brengen van infectieziektes zoals Covid), klimaatbestendige groei van steden en biodiversiteit in combinatie met voedselzekerheid. Deze onderwerpen gaan de komende jaren een centrale rol spelen in het onderwijs en onderzoek van ITC.’
'Het voelt alsof we op het Monopoly-bord langs start komen: er is positieve energie binnen de faculteit'
Jennifer Herek (TNW): ‘Onze faculteit is de afgelopen jaren flink gegroeid. Er kwamen veel nieuwe medewerkers en studenten bij. Afgelopen jaar is er veel geïnvesteerd in mensen, nu moeten we investeren in ruimte. Dat willen we realiseren in 2021. Er zijn hierover al verschillende gesprekken gaande. We zetten bijvoorbeeld in op extra ruimte op de Es, een nieuw gebouw naast het Horstcomplex. Hierover is nog geen definitief besluit genomen: ook de faculteiten EWI en ET zijn sterk gegroeid en zijn op zoek naar extra accommodatie. Samen zoeken we naar de beste invulling.’
‘Daarnaast werken we in minder letterlijke zin aan meer ruimte, bijvoorbeeld bij het opstellen van functieprofielen. Denk aan een universitair docent met een accent op onderwijs of valorisatie. Het geeft ademruimte en flexibiliteit als we minder strak vasthouden aan de standaard UFO-profielen. Ook diversiteit blijft voor onze faculteit een punt van aandacht in 2021. En dat gaat niet alleen om genderdiversiteit. Op dit punt is de hele universiteit in beweging, merk ik. Er is een diversity officer aangesteld en het thema diversiteit staat centraal in de nieuwe visie en strategie van de universiteit, Shaping 2030.’
Joost Kok (EEMCS): ‘In 2020 zijn er plannen gemaakt om de drie disciplines binnen de faculteit meer met elkaar te verbinden. Dat gaat nu beginnen. De regering investeerde via sectorplannen flink in onze disciplines en het voelt alsof we een nieuwe fase in gaan. Daarnaast gaat de samenwerking met de gemeente Apeldoorn verder, waarbij we ons richten op de veilige digitale samenleving. Ook wachten ons een paar mooi innovaties op het gebied van robotica en cybersecurity. Ik zie positieve energie binnen de faculteit. Het voelt alsof we op het Monopoly-bord langs start komen.’
‘De ontwikkelingen rondom het Sport Data Valley lab staan even stil, maar ik zie dat als een stilte voor de storm. Sport Data Valley is een nationale infrastructuur, maar ik zie ook hier in Enschede interessante dingen voorbij komen. De samenwerking met TalentNED verloopt goed. We helpen elkaar verder. We proberen met ontwikkelingen in data sporttalenten bij te staan. Ik ben daar enthousiast over.’
'We gaan ons weer meer richten op experimenteel onderzoek'
Bart Koopman (ET): ‘Komend jaar gaan we werken aan onze zichtbaarheid. Er gebeurt bij ET veel moois, maar dat is nog niet altijd breed bekend, zowel binnen als buiten de UT. Een belangrijk onderdeel om deze zichtbaarheid te vergroten, is het research support team onder leiding van Timo Meinders. Zij gaan bijvoorbeeld universitair docenten en individuele onderzoekers helpen om hun ambities waar te maken. Dit hopen we ook terug te zien in de funding. Van de grote subsidiepotten pikken we nu nog te weinig mee.’
‘Verder gaan we ons weer meer richten op experimenteel onderzoek. De focus lag de afgelopen jaren op numeriek-onderzoek. Dat betekende ook dat het aantal laboratoriums op de UT is teruggelopen. Zo zijn vier grote hallen in de Horst allemaal veranderd in kantoren. Nu willen we naast numeriek-onderzoek weer meer ruimte maken voor experimentele ondersteuning. Dat vraagt om extra labs. Een voorbeeld is de nieuwe ruimte voor het cluster robotica. Voor de zomer moet er meer duidelijk zijn over de nieuwe plek voor robotica. Het zal een plek zijn waar studenten, medewerkers en het bedrijfsleven samenkomen. Daar kunnen we écht iets laten zien, wat onze zichtbaarheid zal vergroten.’
Theo Toonen (BMS): ‘We willen ons dit jaar profileren met onderzoek. Binnen de UT, maar we zoeken ook de samenwerking met het bedrijfsleven op. De onderzoeksplannen liggen er. Nu is het belangrijk om in de komende maanden te concretiseren en door te ontwikkelen. Ook moet het onderzoek gekoppeld worden aan de mastervisie. Het is belangrijk om echt een verhaal te vertellen. Ik zie namelijk graag dat onderzoek missie-gedreven is.’
‘Ook verplaatsen we het accent van BMS Under Steam, dat vorig jaar werd afgerond, steeds meer van een financiële planning naar een strategische personeelsplanning. In het verleden is personeel vertrokken, maar daar kwamen veel nieuwe talentvolle en levendige mensen voor terug. Het vergt tijd om dat allemaal structuur te geven. Ik merk dat we daar steeds verdere stappen in zetten, maar dat is niet iets dat in een jaar geregeld is.’
(Foto: Freek van der Meer van ITC en Joost Kok van EEMCS)
Freek van der Meer (ITC): ‘Dat blijft natuurlijk afwachten. Ik zou zeggen: laten we ons vooral richten op de positieve ontwikkelingen. Het UT-onderwijs was vorig jaar binnen één week volledig online. Inmiddels is er ontzettend veel ervaring opgedaan met digitaal onderwijs. Met deze ervaring moeten we dit jaar verder. Natuurlijk zijn er ook negatieve aspecten. ITC-studenten komen ook voor de ervaring naar Twente. Ze willen deelnemen aan de academische gemeenschap. Het wordt dit jaar de kunst om onze community bij elkaar te houden.’
Joost Kok (EEMCS): ‘Je loopt tegen grenzen aan. Voor veel zaken zijn er alternatieven, maar je kunt niet alles oplossen. Denk aan een examen wiskunde dat mondeling wordt afgenomen. Je kunt niet 1200 afspraken inplannen. Veel mensen hebben het zwaar. Het gekke is dat ik ook mensen tegenkom die juist opbloeien. Die door de reisbeperkingen opeens wel hun werkweek in veertig uur rondkrijgen.’
‘Hoe langer het duurt, hoe slepender het wordt. Corona is nog lang niet weg'
Jennifer Herek (TNW): ‘Ook dit jaar zal de impact flink zijn. Voor onze gemeenschap is interactie van groot belang. Ik hoop daarom dat er in de loop van 2021 weer meer fysieke bijenkomsten mogelijk zijn. Maar de impact van de coronacrisis is niet alleen negatief. Dat zag ik begin deze week bij de uitreiking van de UT Media Prizes. Twee van de drie prijzen gingen naar TNW-onderzoekers. Het laat de flexibiliteit en de maatschappelijke impact van onze faculteit in tijden van crisis zien, daar ben ik trots op. Ook dit jaar werken we aan verschillende onderzoeksprojecten die specifiek gericht zijn op corona. Dergelijke projecten bieden hoop voor 2021.’
Theo Toonen (BMS): ‘Hoe langer het duurt, hoe slepender het wordt. Corona is nog lang niet weg. Ik zou blij zijn als we in september weer langzaam terug naar het oude kunnen. Studenten en staf waren lange tijd bereid zich te conformeren, maar stellen terecht steeds meer vragen over de omstandigheden, bijvoorbeeld als het gaat om de thuisstudie. Mensen raken uitgeput en eenzaam. Dat maakt het lastig. Ik vind het belangrijk dat de boel in orde is op de faculteit en dat de community zich fijn voelt.’
Bart Koopman (ET): ‘Ik hoop dat we in de zomer weer een groot feest kunnen vieren, haha. Wat ik wel weet: het zal nooit meer helemaal hetzelfde worden. Ik denk dat de werkplekflexibiliteit blijft bestaan. Toch blijft er ook de behoefte bij mensen om elkaar regelmatig te zien. Het zit in de kleine dingen: even naar elkaar lopen voor een kort overleg. Ik zie het ook in de begeleiding van PhD’s. Dat is een creatief proces. Soms moet je fysiek bij elkaar komen en – zeg maar – even de voeten op tafel leggen. Daar is behoefte aan, want zoiets werkt niet in een digitale omgeving.’
(Foto: Bart Koopman van ET, Theo Toonen van BMS en Jennifer Herek van TNW)