Steenbergen schrijft regelmatig blogs en columns voor universiteitsmedium U-Today. In een recente column richt hij zijn aandacht op de technische universiteiten in Nederland. Volgens de hoogleraar is er op de bèta-universiteiten maar weinig aandacht voor WOinActie. ‘Terwijl de problematiek die WOinActie aankaart, misschien verzwakt en vertraagd, evengoed speelt binnen de technische universiteiten: de structurele onderfinanciering, de werkdruk, de spagaat tussen onderwijs en onderzoek, problematische hiërarchie en teveel competitie.’
Deze column werd opgepikt door Rens Bod, één van de initiatiefnemers van WOinActie. Hij vroeg of Steenbergen het gezicht wilde worden van de actiegroep op de UT, waar al enige tijd geen contactpersoon meer was. ‘Ik heb wel even geaarzeld’, vertelt de hoogleraar. ‘Het is niet helemaal duidelijk wat je als contactpersoon doet. Bovendien zit ik in het faculteitsbestuur. Dat leidt mogelijk tot een rare spagaat. Maar uiteindelijk vond ik het belangrijker dat WOinActie weer een voet aan de grond krijgt op de UT. Ik zie verder wel wat ik in de toekomst tegenkom.’
Volgens de hoogleraar is het belangrijk dat onderzoekers en docenten op de UT weten van het bestaan van WOinActie. ‘Als de actiegroep weer een landelijke actie organiseert, moet er ook iets op de UT gebeuren. Iedere universiteit in Nederland had al een contactpersoon. Dan kan de UT niet achterblijven. Er is een mailinglist waar iedereen zich voor kan aanmelden. Tot nu toe staan daar drie mensen op van de UT. Dat aantal mag natuurlijk wel wat omhoog.’
Werkdruk en sociale veiligheid
Er zijn twee thema’s van WOinActie die volgens Steenbergen in het oog springen. Allereerst de torenhoge werkdruk voor docenten en onderzoekers. ‘De werkdruk is écht hoog, ook op de UT. Door de coronacrisis zijn de inspanningen voor het onderwijs nog vele malen groter geworden. Het vergt veel voorbereiding om het online allemaal voor elkaar te krijgen. Zo moest ik in de kerstvakantie een paar vrije dagen opofferen om een college voor te bereiden. Dat vreet energie. Veel docenten lopen sinds de coronacrisis op hun tandvlees.’
Naast het online onderwijs gaat ook het onderzoek ‘gewoon’ door, weet de hoogleraar. En die combinatie van onderwijs en onderzoek maakt het extra zwaar. ‘Het is alle hens aan dek voor het onderwijs, maar er wordt ook van ons verwacht dat we onderzoek blijven doen en onderzoeksvoorstellen blijven schrijven. In eerste instantie werden de deadlines wel uitgesteld, bijvoorbeeld door het NWO. Alleen op dit moment is daar geen sprake meer van. Met WOinActie houden we de druk op de ketel bij de CvBs, de VSNU en uiteindelijk het ministerie over deze hoge werkdruk.’
Een tweede actiepunt van WOinActie is de sociale veiligheid op universiteiten, vervolgt Steenbergen. ‘Binnen de academie blijven hiërarchie en intimidatie de kop opsteken. Ik denk dat de UT al best veel aandacht besteedt aan sociale veiligheid. Kijk bijvoorbeeld naar het House of Integrity of de ombudspersoon. Maar we moeten ook hier met een kritische blik kijken naar sociale veiligheid. Hoe worden problemen aangepakt? En wat zijn de lotgevallen van de klager en de beklaagde? Het gaat er uiteindelijk om dat we scherp blijven.’
De vorige contactpersoon van WOinActie op de UT was onderzoeker Paul Benneworth. Hij overleed vorig jaar. Hoewel Benneworth officieel nog tot vorig jaar op de website van WOinActie stond als contactpersoon, was hij al enige jaren werkzaam aan de Western Norway University. De facto zat de UT daarom meerdere jaren zonder contactpersoon. Nu Steenbergen is aangesteld als contactpersoon, komt daar een einde aan.