Hoe was het om als student te presenteren op een wetenschappelijke conferentie?
Reineman: ‘Absoluut een unieke sfeer en een unieke ervaring. Je presenteert toch voor een publiek met een noemenswaardige achtergrond. Bijvoorbeeld wetenschappers die direct verbonden zijn aan belangrijke journals binnen het vakgebied.’
Groeneveld: ‘Daar kom je als masterstudent eigenlijk niet tussen, dat gebeurt normaliter pas als promovendus. Ik ken ook eigenlijk niet direct studenten die dit eerder hebben gedaan. Natuurlijk hadden we wel het voordeel dat zo’n conferentie noodgedwongen digitaal plaatsvond. Aan de andere kant: je kunt wel iets insturen, maar het moet uiteindelijk geaccepteerd worden. Dat maakt dit heel bijzonder.’
Hoe kregen jullie dat voor elkaar?
Reineman: ‘Voor het vak Purchasing Management moesten alle groepjes een paper schrijven als hoofdstuk voor een boek over inkoopmanagement. Het thema was dit jaar duurzaamheid. Daarbinnen hebben wij vijf verschillende rollen gedefinieerd die een leverancier kan aannemen in de vroege fase van productontwikkeling, om deze bij hun klanten duurzamer te maken.
De leverancier heeft een kennisverstrekkende rol. Een stap verder is om als co-creator op te treden of in het aanleveren van bestaande innovaties. Nieuwe inzichten zijn dat leveranciers duurzaamheid stimuleren en omgekeerd de geldende standaarden delen met hun wereldwijde toeleveranciers.’
Groeneveld: ‘Onze docent, Klaas Stek, had niet verwacht dat deze rollen in de vroege fase van productontwikkeling samen voor zouden komen. Het overzicht was ook niet omschreven in de literatuur. Vervolgens hielp hij ons heel goed om het hoofdstuk verder te brengen tot conferentiepaper.’
Hoe werd jullie presentatie gisteren ontvangen?
Groeneveld: ‘Goed! Het aanwezige publiek kon er namelijk meteen een blik op werpen en gaf ons ook feedback. Het belangrijkste was dat ze benieuwd waren of deze vijf rollen exclusief voor een duurzaamheidsvraagstuk en voor de vroege fase van productontwikkeling gelden, of dat ze misschien ook nog breder toegepast kunnen worden. Maar goed, wij hebben een conceptmodel neergezet. Wil je het verder brengen, dan moet iemand er minimaal met empirisch onderzoek een afstudeer- of misschien wel promotietraject aan wijden. Dat is echter meer iets voor iemand vanuit International Business Administration.’
De samenwerking
Naast Dolf Reineman en Benjamin Groeneveld, werkten ook IEM-studenten Shantal Kartoidjojo en Paulien Kuiper aan de conferentiepaper. BMS-docent Klaas Stek begeleidde de studenten.
Smaakt dit naar meer?
Reineman: ‘Ons enthousiasme is zeker gewekt. Ook al ligt het een beetje buiten ons vakgebied, want wij volgen allebei de specialisatie Financial Engineering & Management. Het was ook erg leuk geweest als we daadwerkelijk naar de Verenigde Staten hadden kunnen vliegen om te presenteren. Dan hadden we nog beter aan de sfeer en de ervaring kunnen proeven en connecties kunnen leggen. Maar dit gaf al een goede indruk.’
Groeneveld: ‘Ik had niet verwacht dat ik hier zo enthousiast over zou zijn. Ik liep de hele dag stage en moest ’s avonds presenteren. Daarna kon ik er maar moeilijk van in slaap vallen; het gaf vooral heel veel energie. Of het een academische carrière wordt voor mij, dat durf ik niet te zeggen. Maar zo’n presentatie, voor zo’n publiek… Dat gaf wel een kick, dat had ik totaal niet verwacht.’