Wat vinden docenten eigenlijk van thuiswerken en online onderwijs? Bijna 750 docenten van vijf universiteiten (Twente, Eindhoven, Utrecht, Groningen en de UvA) en twee hogescholen (Fontys en de Hogeschool Utrecht) vulden een vragenlijst van Newcom in.
Twee kampen
Verreweg de meesten werken nog helemaal thuis. En dat heeft ook zijn goede kanten, meent een meerderheid. ‘Ik ga proberen om een of twee dagen vanuit huis te blijven werken als mijn werkgever daar open voor staat’, kruiste 63 procent aan.
De rest valt in twee kampen uiteen: 20 procent vindt thuiswerken ‘helemaal niks’ en wil zo snel mogelijk weer naar het werk toe, terwijl bijna evenveel docenten het omgekeerde zeggen: zij willen ‘zoveel mogelijk thuis blijven werken’.
Het online onderwijs zal niet meer helemaal verdwijnen als de coronacrisis voorbij is, verwachten de meesten. Het digitale onderwijs is dan ook ‘een goede aanvulling op de fysieke lessen en colleges’, meent 65 procent.
Toch is een flink deel het daar niet mee eens. ‘Het hoger onderwijs moet weer worden zoals het was voor de coronacrisis’, vindt 28 procent van de ondervraagde docenten.
Meningen
Dat de meningen scherp uiteen lopen, blijkt ook uit de antwoorden op open vragen. Sommigen balen van het thuiswerken. ‘Ik heb thuis geen ruimte voor een bureau en werk aan de eettafel, daardoor worden mijn schouderklachten steeds erger’, zegt een van hen. Ook zijn er soms klachten over de lage thuiswerkvergoeding en de faciliteiten: ‘De moeite die ik heb moeten doen om een bureaustoel thuis te krijgen slaat nergens op.’
De thuissituatie speelt ook een grote rol. Zoals een docent vertelt: ‘In de eerste weken van de crisis meldde een oudere collega heel tevreden: ‘Nu kan ik mijn boek eindelijk afronden!’ En dat deed-ie, terwijl mijn partner en ik opeens met twee kleuters, extra onderwijstaken, extra afwas en koken en was zaten.’
Sommige docenten wantrouwen de motieven van bestuurders om voor online onderwijs te kiezen. ‘Ik verdenk ze ervan om de coronasituatie te gebruiken om structurele problemen ‘op de lossen’ (zoals gebrek aan kantoorruimte, collegezalen, et cetera).’ Sterker nog, soms wantrouwen ze zelfs de enquête die ze invullen: ‘Als deze survey een verkapte poging is om de werkplekken nog verder te flexibiliseren, hou dan op.’
Eigen keuzes
Anderen willen het kind niet met het badwater weggooien en vinden de digitale mogelijkheden helemaal niet verkeerd. ‘Online werken is misschien niet voor iedereen ideaal, maar voor sommigen wel. Het zou fijn zijn als docenten in de toekomst meer kansen krijgen hierin eigen keuzes te maken. En vergaderingen en dergelijke kunnen ook vaak prima online.’