'Die eerste jaren waren de mooiste'
Sommige studenten verlaten de UT nooit. Frans Houweling, die er in de jaren zeventig toegepaste wiskunde studeerde, ook niet. Maar nu nadert zijn pensioen. ‘Ik heb nog geen idee wat ik straks ga doen. Ik had best willen blijven werken.’
Misschien kun je je er als student helemaal niets bij voorstellen: dat je over 45 jaar nog steeds op de campus rondwandelt. En dat je dat dan ook nog eens met hart en ziel doet. Frans Houweling behoort tot die categorie. In 1971 begon hij aan een studie toegepaste wiskunde op de UT, maar dat vlotte niet van harte door allerlei bijbaantjes die Houweling had.
‘Ik zat in allerlei commissies en besturen, zoals de sportraad, de Batavierenracecommissie en de Raad voor de Campusvoorzieningen’, vertelt hij. ‘Maar ook kreeg ik al gedurende mijn studie een fulltime baan bij toegepaste onderwijskunde. Ik werd onderwijskundig informaticus en hielp mee aan de ontwikkeling van nieuwe ICT-systemen ten behoeven van onderwijs en onderzoek.’
Opmars personal computer
Houweling studeerde daardoor pas in 1988 af. ‘Maar die eerste jaren, waren ook het mooiste. Ik heb de opmars van de computer meegemaakt. Vooral de personal computer deed haar intrede en ik verzorgde ook practica-cursussen voor studenten. Bijvoorbeeld over MS-DOS, Word en Excel.’
Hij maakte ook heel wat reorganisaties mee. De grootste was in 2004. Houweling werd toen boventallig verklaard. ‘Maar ik kreeg de kans om mij om te scholen tot Arbo-coördinator. In die zin een logische stap, omdat ik ook al leiding gaf aan het BHV-team.’ Van die ommezwaai heeft hij nooit spijt gehad, zegt ie. ‘Het ging om zorgen voor de veiligheid van mensen, weer een dienstverlenend beroep. Daar hou ik van.’
Ondertussen was hij ook actief in de medezeggenschap. Eerst in de faculteitsraad van TO, later in de (centrale) ondernemingsraad en universiteitsraad. Van 2001 tot 2007 zat hij voor de Campus Coalitie (eerst was dat KPS, red.) in de Uraad. Daarna werd hij ook nog eens lid van de faculteitsraad van EWI en het OPUT, het overlegorgaan van UT-personeel.
Of hij iets heeft kunnen betekenen in de medezeggenschap? Nuchter: ‘Ik heb mijn ding gedaan. Waar ik wel trots op ben is dat ik samen met collega-raadslid en OPUT-lid Dick Meijer ervoor heb gezorgd dat medewerkers lange tijd lid konden worden van studentensportverenigingen, zonder de dure Xtra-card te moeten aanschaffen. Dat werd bij de Student Union afgekocht en gefinancierd via het OPUT uit de arbeidsvoorwaardegelden.’
Op de camping
Op 10 december neemt hij na een dienstverband van ruim 31 jaren afscheid, want de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dat valt hem niet gemakkelijk, want de UT, dat is toch zijn werk en leven. ‘Ik ben nu heel druk met afronden en overdragen, dus na 10 december zal het voor mij echt anders worden. Straks ben ik die dagelijkse routine kwijt hè, dat zal raar zijn. Misschien dat ik wat vrijwilligerswerk ga doen. Of naar de camping in Elburg. Maar inderdaad, als het aan mij lag: ik had nog best een paar jaar op de UT willen blijven werken.’
Als sportliefhebber moet hem nog één ding van het hart: hij vindt het eeuwig zonde dat er geen sporttoernooi meer is voor UT-medewerkers. ‘Vroeger hadden we het Komt Sport Komt Raad-toernooi. Later was er een paar jaar een zeskamp. Sport verbroedert, dat is goed voor de collegiale band. Dat had de UT nooit moeten afschaffen.’