Vanwege de coronapandemie gaat de geplande World Solar Challenge in Australië dit jaar niet door. Gelukkig voor de Twentse zonneracers kwam er een alternatief met de Solar Challenge Morocco: een race van 2500 kilometer door de Sahara. ‘Het is een compleet nieuwe race’, zegt teamlid Mark van Eijk (communicatie). ‘We moeten alles opnieuw ontdekken en dat is best spannend. Normaal gesproken lag er een draaiboek klaar van de vorige race in Australië.’
Het Solar Team Twente onderwerpt de gloednieuwe auto Red Horizon dit weekend aan een laatste generale repetitie. Het doel is om alle protocollen van de race in Marokko na te bootsen, zegt Van Eijk. ‘Ook gaan we met oud-teamleden verschillende scenario’s simuleren. Denk aan inhaalmanoeuvres of noodsituaties zoals een crash.’
Hoogtemeters
Met name het parcours in Marokko gaat voor nieuwe uitdagingen zorgen. Het is volgens Van Eijk spannend hoe de auto zich gedraagt in de Sahara. ‘In vergelijking met Australië krijgen we in Marokko te maken met flink wat hoogtemeters. Het gevaar van oververhitting ligt dan op de loer. Als de motor te heet wordt, houdt-ie er simpelweg mee op en staan we stil. Niet voor niets gaan er twee reservemotoren mee.’
Om het klimmen te testen, gaat het team binnenkort naar de VAM-berg, een grote bult in Drenthe waar normaal gesproken wielerliefhebbers hun hart kunnen ophalen. Ook is er op 31 augustus nog een testdag op Twente Airport. ‘Dit is vooral voor de technische aspecten. We willen kijken hoe de auto vertraagt en wat de weerstand is op verschillende snelheden.’
Coronacrisis
Naast alle technische uitdagingen, blijft het de vraag of de race doorgaat vanwege corona. Volgens Van Eijk lijkt het daar vooralsnog wél op. ‘Voor alle deelnemers geldt een vaccinatieplicht, en dat levert bij ons team geen problemen op. Ook zitten deelnemers tijdens de race in een bubbel om besmettingen te voorkomen. Toch blijft het spannend hoe de coronasituatie zich in Marokko ontwikkelt.’
Over krap drie weken gaat de zonneauto op transport naar Marokko. De eerste teamleden zijn dan al aangekomen in startplaats Agadir. Eind september volgt de tweede lichting. Het is nog een hele opgave om alles ter plaatste te regelen, weet Van Eijk. ‘We merken dat het lastig is om iets voor elkaar te krijgen. Gelukkig hebben we een contactpersoon in Hengelo, die zelf uit Agadir komt, en ons van de nodige tips kan voorzien.’
Volgens Van Eijk zijn de teams van Delft, Groningen en Leuven de grootste concurrenten voor de eindzege. ‘Maar het is heel moeilijk te zeggen hoe zij er voor staan. Ik denk dat het één grote verrassing wordt.’ Ondertussen bereidt het team zich zo goed mogelijk voor, ook op de nieuwe flora en fauna. ‘In Australië lag er regelmatig een dode kangoeroe op de weg. Maar in Marokko moeten we eerder rekening houden met overstekende geiten of ezels.’