Wetenschappers werken vaak samen met collega’s van over de hele wereld. Dat is niet zo’n probleem als het over pakweg het dieet van de oermens gaat, maar hoe zit het met gevoeliger kennisgebieden, zoals cyberveiligheid, dna-onderzoek of kernenergie?
Morgen praat de Tweede Kamer met allerlei partijen over ‘kennisveiligheid’ en de samenwerking met onvrije landen. Ook universiteitenvereniging VSNU schuift aan. Die heeft deze zomer al een doorwrocht ‘Kader kennisveiligheid universiteiten’ geschreven.
Niet blind
Daarin leggen de universiteiten hun uitgangspunt uit: ze streven voortdurend naar het ‘verbeteren, versterken en verrijken’ van hun internationale oriëntatie, zeggen ze. Het leidt tot toponderzoek en oplossingen voor een betere wereld.
Maar ze zijn niet blind voor de gevaren, laten ze zien. Er zijn veiligheidsrisico’s (atoomkennis, cyberveiligheid), economische risico’s (het weglekken van lucratieve kennis), wetenschappelijke risico’s (censuur en beïnvloeding) en ethische risico’s (kennis die verkeerd gebruikt wordt).
Aan de andere kant, een ‘rigide, eendimensionale aanpak van kennisveiligheid’ door de overheid noemen de universiteiten ook een risico. Ze vrezen een ‘langdurig, bureaucratisch of ontransparant proces’ dat hun concurrentiepositie aantast en wetenschappers demotiveert. Ze kunnen zelfs financieel aansprakelijk worden gesteld als ze vroegtijdig de stekker uit een internationaal onderzoeksconsortium trekken, waarschuwen ze.
Gevoelige beslissingen
De oplossing: een scherper kennisveiligheidsbeleid is prima, maar laat de overheid vooral gebruikmaken van ‘de volwassenheid van bestaande processen’. Oftewel, de universiteiten kunnen gevoelige beslissingen best zelf nemen. De overheid zou zich moeten beperken tot het inventariseren van risicovolle landen, bedrijven en opleidingen, het opzetten van een advies- en informatiepunt en het afbakenen van de rol van inlichtingendiensten bij het screenen van projecten, organisaties, personen enzovoorts.
Dit alles heeft de VSNU uitgewerkt in schema’s over risicomanagement, met impactgebieden, belanghebbenden en verantwoordelijken. Alles straalt uit: geen zorgen, we hebben het onder controle. Er komen aan de universiteiten adviesteams voor kennisveiligheid en ze gaan bewustwordingscampagnes voeren. De klokkenluidersregeling moet meer bekendheid krijgen en het bestaande risicomanagement wordt aangescherpt.
Op afstand
Sommige universiteiten hebben dit alles allang op orde, meent de VSNU, andere moeten het proces nog even inrichten. Maar de lijn is duidelijk: laat de overheid alsjeblieft op afstand blijven.
Gezien de opbrengsten van internationalisering en het sterke geloof van de politiek in ‘autonomie’ van het hoger onderwijs is er een redelijke kans dat de grotere partijen in de Tweede Kamer gevoelig zijn voor dit betoog.
Wat het precies gaat betekenen voor samenwerking met landen als China en Rusland, waar de vrijheid van wetenschappers niet vanzelfsprekend is, moet nog blijken. Onlangs nog kwamen onderzoekers van de Erasmus Universiteit in het nieuws die in samenwerking met Chinese collega’s dubieus dna-onderzoek hebben gedaan.
Het is niet voor niets dat de universiteiten dit onderwerp nu zo serieus nemen. De Tweede Kamer kijkt al langer met argusogen naar samenwerking met onvrije landen. Als de universiteiten het niet serieus nemen, is het een kwestie van tijd voordat de politiek een streep gaat trekken.