Net nu hij zijn veiligheidsvisie af heeft, rolt Medendorp van de ene crisis in de andere. ‘Qua coronamaatregelen heeft het sinds kort nog weinig om het lijf, behalve de basishygiëne en het advies voor het dragen van mondkapjes in grote groepen – want dat werkt wel.’ En toen brak ineens de oorlog uit in Oekraïne. ‘Dan is het kijken wat voor vragen op ons afkomen en hoe we dat kunnen coördineren en kanaliseren. Mij werd gevraagd daar het voortouw in te nemen. Want ja, dit raakt logischerwijs allemaal wel erg aan integrale veiligheid.’
Wat is het eerste dat je in zo’n situatie doet?
‘De eerste zorg is altijd: waar zijn onze mensen en zijn ze veilig? We hadden een aantal medewerkers en studenten in Oekraïne zitten. De medewerkers zijn daar gelukkig weg nu, maar er zitten nog een paar studenten die niet weg kunnen. We blijven de vinger aan de pols houden. Daarna is het zaak om als universiteit een positie te kiezen en die te communiceren, via een statement van het college van bestuur. Natuurlijk zijn we tegen oorlog en willen we mensen helpen. Maar is deze oorlog dan zoveel anders dan een burgeroorlog in Somalië of Syrië, kunnen mensen vragen. We staan voor alle mensen, dat is onze boodschap.
En we willen zorgen dat mensen elkaar kunnen vinden, dat willen we faciliteren – bijvoorbeeld via het inloopcafé in de Bastille. We hebben hier immers ook studenten en medewerkers uit Rusland. Sterker nog, het kan goed zijn dat we mensen hebben die uitgesproken pro-Rusland zijn. En we hebben ongetwijfeld ook mensen die zich niet uitspreken. We willen in ieder geval faciliteren dat mensen op een respectvolle manier het gesprek kunnen voeren en steun kunnen vinden. Zeker in een crisissituatie zijn mensen snel geneigd om te denken in goed of fout, zwart of wit. Maar er is een groot wereldbeeld-afhankelijk grijs gebied.’
Wat heeft zo’n gesprek te maken met integrale veiligheid – of de visie daarop?
‘In de visie komen drie van onze belangrijkste assets als rode draad terug: mensen, kennis en gebouwen. De combinatie van die drie maken wie we zijn als UT en zijn fundamenteel voor deze universiteit om haar doelen te bereiken. Als je het hebt over integrale veiligheid, wil je dat geen van die drie in de knel komen. Vertaal dat naar de oorlog in Oekraïne, dan hebben we het over de meer zachte kant van integrale veiligheid: het kan zijn dat mensen door de oorlog hun hoofd niet bij hun werk hebben. Dus is het belangrijk om te weten wat speelt bij deze mensen en te zorgen dat ze niet volledig wegvallen, hun wegvallen zou het grootste gemis zijn voor ons allemaal.’
'Zo’n visie is een soort paraplu, je moet altijd kijken naar de lokale context: ieder gebouw en iedere werkplek is anders'
Hoe vertaal je de visie naar andere situaties?
‘Iedere bedreiging kan resulteren in schade. Neem bijvoorbeeld de brandveiligheid van een gebouw als het NanoLab. Als zo’n gebouw afbrandt, raakt het zowel aan de mensen, de kennis als het gebouw. Dus moet je allereerst nadenken hoe je calamiteiten kunt voorkomen: is de elektra bijvoorbeeld op orde? Vervolgens over genezen: werkt de sprinklerinstallatie goed? En – misschien nog wel het belangrijkste onderdeel – je moet de gevolgen overzien: staat er bijvoorbeeld een serverruimte in het gebouw? Is er een backup-infrastructuur? Cruciaal daarbij is om altijd de proportionaliteit tussen risico’s en gevolgen in beeld te hebben.’
Dat klinkt allemaal heel logisch.
‘Evident klinkt het zeker, maar het is niet vanzelfsprekend. Zo’n visie is een soort paraplu, je moet altijd kijken naar de lokale context: ieder gebouw en iedere werkplek is anders. Gelukkig hebben we hier al ontzettend veel staan aan bhv’ers, veiligheidscoördinatoren en binnen Campus & Facility Management bijvoorbeeld. We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar we moeten wel continu scherp blijven en onze veiligheid overal in de organisatie meenemen.’
Wat zijn momenteel urgente onderwerpen?
‘De wereld om ons heen verandert en wij moeten meebewegen, zonder onze waarden te verliezen. Kennis- en cyberveiligheid staat hoog op de agenda, ook vanwege de politieke aandacht op samenwerking met China en sinds de cyberaanval op de Universiteit Maastricht. Mijn indruk is dat LISA goed in staat is om aanvallen af te weren met de kennis en kunde die ze hebben. Maar het lastige aan veiligheid blijft dat je altijd blinde vlekken houdt; dan moet er eerst iets gebeuren voordat je weet dat er risico’s zijn. Voor wat betreft kennisveiligheid hebben we een knowledge safety team neergezet. Enerzijds willen we vanuit de open science-gedachte onze kennis breed delen. Maar daar staat tegenover dat als je met een Chinese instelling samenwerkt, je een goed verhaal moet hebben en dat dit goed georganiseerd moet zijn. Maar het meest urgente onderwerp is wat mij betreft sociale veiligheid.’
'Grensoverschrijdend gedrag is in veel vormen een geval van een grijs gebied. Er zit altijd ruis tussen zender en ontvanger'
Hoe kijk je daarnaar vanuit integraal veiligheidsperpectief?
‘Het creëren van een veilige omgeving klinkt in deze context opnieuw heel evident, maar dat is het niet. Vaak kom je nog in een gebied terecht waar geen duidelijke regels zijn. Neem bijvoorbeeld de rol van human resources, zoals onlangs aangekaart door de ombudsman. Wat als een medewerker een conflict heeft met een leidinggevende – die direct verantwoordelijk is voor de beoordeling van diezelfde medewerker? Hoe gaat HR daarmee om? Dat heeft allemaal te maken met veiligheid en je veilig voelen.
En dan is grensoverschrijdend gedrag in veel vormen een geval van een grijs gebied. Er zit altijd ruis tussen zender en ontvanger. Wanneer is er sprake van belediging of bedreiging? En wanneer is een knipoog een flirtpoging of intimidatie? Als je bespreekbaar wil maken hoe we met elkaar om willen gaan, vergt dat een gedragsverandering van zowel zender als ontvanger. En in de reactie moet je ook oppassen door niet direct een dader als dader neer te zetten en een slachtoffer meteen te geloven.
Zoals ik het bekijk en in de visie heb verwerkt, moet je er altijd vanuit gaan dat de meeste mensen goede intenties hebben. Dan moet je vooral afvragen: wat maakt dat iemand grensoverschrijdend gedrag vertoont, of dat er in studentenhuizen dingen gebeuren die niet door de beugel kunnen?’
Dat klinkt als een vrij holistische interpretatie van integrale veiligheid…
‘Dat is het ook wel deels. Kijk, als mensen over de schreef gaan, dan moet je natuurlijk optreden. Iemand die door rood rijdt, krijgt ook een boete. Maar de grootste verandering is om niet alleen maar te denken in regeltjes en risico’s, maar om het breder te bekijken en dus ook naar mogelijkheden te zoeken. Kijk maar naar de coronacrisis: de overheidsregels dwongen ons maatregelen te nemen, terwijl onze studenten niet de ziekenhuisbedden bezetten. Daarbij zagen we dat studenten diep in de problemen zaten. Binnen de regels hebben we daarom continu gekeken om zoveel mogelijk ruimte te creëren voor studenten, daarbij wel oog houdend voor onze medewerkers. Nog steeds moeten we met de huidige versoepelingen ook oog houden voor de mensen die zich daar niet prettig bij voelen. We zijn er voor iedereen, ook voor de minderheid.’