De masteropleiding stopte vorig jaar al met het geven van cijfers en verleent binnenkort ook geen cum laude-diploma meer, schrijft universiteitsblad Ad Valvas. Het is de eerste Nederlandse geneeskundeopleiding die dat doet.
De masterstudenten geneeskunde krijgen nu feedback in plaats van cijfers. Aan het einde van het jaar wordt gekeken of ze daar voldoende mee gedaan hebben en of ze aan alle eisen voldoen.
Niet in competitie
Met het afschaffen van cum laude hoopt de VU dokters af te leveren die zijn ingesteld op een leven lang leren. 'Wat we veel zagen, was dat studenten vooral bezig waren met het halen van een hoog cijfer, dus waar ze goed in waren, in plaats van met wat ze nog niet zo goed konden', zegt het hoofd van de master geneeskunde Hester Daelmans tegen Ad Valvas.
'We proberen onze studenten te leren om niet met elkaar in competitie te zijn, maar om samen te werken.' Het cum laude-predicaat legt volgens haar te veel nadruk op presteren in plaats van leren.
Belangenbehartiger ‘De Geneeskundestudent’ kan zich wel vinden in de overwegingen van de VU. 'Deze discussie komt voort uit een groter onderliggend probleem: een onaangename werkcultuur in de artsenwereld en studenten die te veel gericht zijn op prestatie', zegt bestuurslid Julia van den Oever. 'Een student heeft er meer aan om in woorden feedback te krijgen dan dat er tijdens een stage door een begeleider alleen maar zevens worden ingevuld op een formulier.'
Onderliggende problemen
Toch worden de 'onderliggende problemen' niet allemaal ondervangen door het afschaffen van cum laude. Al bij de selectie voor de geneeskundeopleidingen worden studenten eruit gepikt die 'bereid zijn alles te doen en hun cv hebben uitgebreid met allerlei extra activiteiten'. Dat werkt de competitie in de hand.
Maar is het afschaffen van het cum laude-diploma een stap in de goede richting? Daar wil Van den Oever zich niet over uitlaten, al hechten sommige geneeskundestudenten volgens haar wél waarde aan de kwalificatie. 'Zij denken dat het in het buitenland zwaar weegt of dat het tot een betere opleidingsplek leidt. Maar of dat echt zo is durf ik niet te zeggen.'