Zulke organische microverontreinigingen komen vaak voor in de vorm van medicijnresten. Wie medicijnen inneemt, plast namelijk later een groot deel van de werkzame stoffen weer uit. ‘We hebben het hier niet over één soort stof, maar een grote cocktail van wel duizenden verschillende stoffen’, zegt promovendus Hans David Wendt, een van de betrokken onderzoekers.
Waar membranen in een zuiveringsinstallatie alleen water en mineralen doorlaten, bevat het restwater dat achterblijft vaak een hogere concentratie medicijnresten. Wendt wil dat water terugsturen naar een bioreactor om die resten beter af te breken. ‘Deze bioreactor is vaak al aanwezig op een waterzuivering, maar breekt de medicijnresten onvoldoende af’, legt hij uit. ‘Door het terugsturen van het water wordt de tijd die de bioreactor heeft om de stoffen af te breken verhoogd en zal de totale verwijdering toenemen.’
‘Echt afvalwater’
Voor de pilot is een miniatuurversie van de huidige Enschedese waterzuiveringsinstallatie gebouwd, uitgebreid met de membraantechnologie die op de UT is ontwikkeld. De installatie filtert zo’n duizend liter per uur – flink groter dan bij een laboratoriumopstelling. ‘We willen weten of de techniek ook werkt op een grotere schaal in de praktijk’, vertelt Wendt. ‘We werken met echt afvalwater en hopen op resultaten die je in het laboratorium niet kan zien.’
Bij de pilot zijn naast Wendt ook andere promovendi, collega-instellingen, waterschappen en onder andere UT-spin-off NX Filtration betrokken. De pilot is onderdeel van een groter NWO-onderzoeksproject, geleid door UT-hoogleraar Wiebe de Vos.