Het heeft voor studenten allerlei gevolgen als hun ouders een laag inkomen hebben. De studenten moeten meer werken of meer lenen, of allebei. Ze ervaren meer financiële problemen.
Het is een van de onderwerpen in de Monitor Beleidsmaatregelen die het ministerie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Onderzoeksbureau ResearchNed belicht daarin allerlei gevolgen van het onderwijsbeleid, voor zover zichtbaar.
Als jongeren eenmaal aan het hoger onderwijs zijn begonnen, blijkt het gezinsinkomen zelfs belangrijker dan het ouderlijke opleidingsniveau. Wel of geen hoogopgeleide ouders? Volgens de onderzoekers heeft dat voor studenten géén invloed op het behalen van een diploma binnen de gestelde termijn.
Vooral in hbo
De financiële verschillen dus wél, vooral bij hbo’ers. Bij studenten uit de twee hoogste inkomensgroepen (volgens statistiekbureau CBS vanaf zo’n 70 duizend euro) behaalt 55 procent het hbo-bachelordiploma met hooguit een jaar vertraging. Onder de studenten uit gezinnen met de laagste inkomens (tot 27 duizend euro) is dat minder dan 40 procent.
In het wetenschappelijk onderwijs is de kloof ook zichtbaar, maar wel iets minder. In de bacheloropleidingen, waar rond de 60 procent het diploma binnen vier jaar op zak heeft, scheelt het ongeveer tien procentpunt.
In een beknopte brief bij het rapport schrijft minister Dijkgraaf niets over de gevolgen van inkomensverschillen. De hoge kosten van studenten – alleen al voor woonruimte – zijn wel een van de redenen voor de politiek om per september 2023 de basisbeurs weer in te voeren.
Caribisch
Afkomst weegt ook mee bij de kansen op studiesucces. Van de studenten uit het Caribische deel van het koninkrijk haalt maar 22 procent het hbo-diploma met hooguit een jaar vertraging. Onder studenten met een niet-westerse migratieachtergrond is dat 36 procent, tegen 52 procent bij hbo’ers met een Nederlandse of westerse achtergrond.
Aan de universiteit doen de Caribische studenten het beter: bijna de helft behaalt binnen redelijke tijd het bachelordiploma. Het verschil tussen studenten met een niet-westerse en westerse achtergrond lijkt inmiddels verdwenen: hun studiesucces is ongeveer even groot.
Mannen en vrouwen
Dwars door alles heen speelt ook het verschil tussen mannen en vrouwen. In het hbo behaalt ruim 40 procent van de mannen het diploma binnen vijf jaar (dus met hooguit een jaar vertraging). Onder vrouwen is dat 60 procent.
Sekse lijkt zelfs belangrijker dan vooropleiding: in het hbo doen vrouwelijke mbo’ers het ongeveer even goed als mannelijke vwo’ers. Bijna 60 procent behaalt binnen vijf jaar het diploma. Vrouwelijke vwo’ers komen tot bijna 80 procent.
Aan de universiteit ontlopen mannen en vrouwen elkaar minder, maar toch: 70 procent van de mannen is binnen vier jaar met de wo-bachelor klaar, tegen ruim 80 procent van de vrouwelijke studenten.