De UT heeft al sinds jaar en dag projecten en contacten met Harbers’ ministerie, vertelt Dewulf, een van de betrokkenen bij het werkbezoek gisteren. ‘Zowel op bestuurlijk niveau – met het college van bestuur, decanen en hoogleraren – als op operationeel niveau, met allerlei pilots en onderzoeksprojecten van promovendi. Er loopt van alles, maar we hebben geen structurele samenwerking met het ministerie.’
‘Geen beleefdheidsbezoek’
Het werkbezoek van de minister moest de aanzet daartoe vormen – en dat is volgens Dewulf gelukt. ‘De eerste vervolgstap is dat we met ambtelijke top van het ministerie gaan werken aan een gezamenlijke agenda, met name op het gebied van klimaat en infrastructuur. Daarnaast is de toegang tot casussen en field labs belangrijk voor ons, daar hopen we ook stappen in te hebben gezet. Ook zijn we in gesprek gegaan over Life Long Learning. Dat is een van onze speerpunten en het ministerie kan daar een belangrijke partij in zijn. Het is namelijk een van weinige ministeries dat actief aan het recruiten is. Ze willen aantrekkelijk zijn voor studenten.’
Over het algemeen kijkt Dewulf, die aan het roer staat van de dienst Strategic Business Development, ‘ontzettend positief’ terug op het werkbezoek. ‘Vanwege meerdere redenen. Het zat voor een deel in de houding van de minister en de secretaris-generaal van het ministerie. Het initiële plan was dat wij naar Den Haag zouden gaan, maar ze stonden erop naar de UT te komen. En tijdens het bezoek bleven ze doorvragen. Het was geen beleefdheidsbezoek, ze waren hier duidelijk voor de inhoud.’
Den Haag
Dewulf was met name te spreken over het programma, geleid door de faculteiten ITC en ET. ‘Het was geen bestuurlijk onderonsje. We hebben ervoor gekozen om wetenschappers aan het woord te laten, die in korte pitches een overzicht gaven van wat we hier doen op de UT. Maarten van Aalst van ITC modereerde het onderdeel over klimaatadaptatie, terwijl Leentje Volker van de faculteit ET zich richtte op het optimaliseren van beheer en onderhoud aan de Nederlandse infrastructuur. De boodschap die gezien en erkend werd door de minister, was dat we hier over de muren van eigen faculteiten heen kijken en multidisciplinair werken. Dat sluit precies aan bij de uitdagingen van het ministerie.’
Hoe verder? ‘We gaan van losse projecten naar een gezamenlijke agenda, die stap hebben we gisteren gezet. En wat het verder gaat opleveren in de toekomst, is een gezamenlijke verantwoordelijkheid’, aldus Dewulf. ‘Het feit dat ze naar ons kwamen, is enorme winst. Er zijn mensen die anders denken, maar Den Haag is dichterbij dan we denken.’