De bijeenkomst trapte af met een presentatie in het DesignLab. Alexandra Mulder, campagneleider van het Amnesty-initiatief Let’s Talk About Yes, nam als eerste het woord. In een kort betoog drukte ze de zestig aanwezigen, vooral studentbestuurders, nog eens met hun neus op de feiten. Uit onderzoek van Amnesty blijkt dat liefst 11 procent van de vrouwelijke studenten in Nederland te maken krijgt met verkrachting, voor de mannen is dat één procent. Alleen daarom al is een manifest tegen seksueel geweld op universiteiten cruciaal, stelde Mulder.
De UT kon het manifest al eerder ondertekenen, vertelde Sterre Mkatini, Diversity, Equity & Inclusion officer. Maar, zo stelde de diversiteitsmedewerker, de universiteit wilde eerst haar zaakjes beter op orde hebben. Het afgelopen jaar werden daarom verschillende initiatieven opgetuigd. Onder meer een speciale webpagina over seksueel geweld zag het levenslicht. Ook startte de universiteit met workshops en trainingen, bijvoorbeeld voor doegroepouders voorafgaand aan de Kick-In.
Daarmee is de ondertekening van het manifest in de eerste plaats een bezegeling van het gedane werk, en een teken van goede wil. Op de lijst staan zes punten, waaronder het aanbieden van workshops, het trainen van medewerkers en het betrekken van studenten bij de beweging. Dat laatste gebeurde donderdagmorgen alvast. Mkatini vroeg de aanwezige studentbestuurders hun hand op te steken als ze voldoende deden binnen hun vereniging tegen seksueel geweld. Voorzichtig ging er een enkele hand omhoog. Maar de meesten bleven omlaag, of bleven ergens halverwege hangen. Werk aan de winkel dus.
Manifest
Ondertekenaars van het Amnesty manifest beloven zich in te zetten voor het bestrijden van seksueel geweld. Ook zorgen ze ervoor dat iedereen binnen de onderwijsgemeenschap zich verantwoordelijk voelt voor een cultuur waarin seks gebaseerd is op gelijkwaardigheid en wederzijde instemming. Reeds zestien Nederlandse hoger onderwijsinstellingen ondertekenden het manifest.
Na de presentatie kwamen de studentbestuurders in groepjes bijeen voor een workshop. Ze deelden op post-its hun ervaringen omtrent seksueel geweld. Alcohol en het aangeven van grenzen bleken hete hangijzers. Ook werd duidelijk dat verenigingen onderling sterk verschillen als het gaat om maatregelen en het aanbod van hulp. De ene club komt niet verder dan een link op de website, terwijl andere verenigingen beschikken over een serieuze hulpstructuur.
Tot die laatste groep lijkt studentenvereniging Taste te behoren. De Pakkerij-vereniging heeft vertrouwenspersonen en een anoniem meldpunt op de eigen website, vertelt bestuurder en UT-student Hugo Beltman. Ook zijn er tijdens kroegavonden altijd nuchtere leden aanwezig, die fungeren als aanspreekpunt. Of het genoeg is, durft Beltman niet te zeggen. Het laatste jaar waren er ‘zover bekend’ geen meldingen van seksueel geweld bij Taste.
Volgens Beltman speelt het thema rondom grensoverschrijdend gedrag de laatste tijd meer binnen de studentenwereld. ‘Dat vind ik positief. Het gaat uiteindelijk om bewustzijn.’ Ook de workshop en het manifest vindt hij een goed initiatief. ‘Het is alleen jammer dat er vandaag geen andere studentenverenigingen zijn behalve Taste. Juist van hen kunnen we leren.’
Tips uitwisselen
Sportverenigingen waren wel aanwezig, waaronder de bestuurders van volleybalclub Harambee. Binnen de vereniging waren de afgelopen jaren een paar gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, vertelt bestuurder Zare van Haaren. Dat gebeurde tijdens feesten en rondom het sporten zelf. Op dit moment heeft de volleybalvereniging alleen een link op hun website, maar daar wil het huidige bestuur verandering in brengen, bijvoorbeeld door het installeren van vertrouwenspersonen. ‘Daarmee sluit de workshop goed aan bij waar wij als vereniging mee bezig zijn: we kunnen leren van andere besturen.’
Ook bij lacrossevereniging Phoenix maakten ze enkele gevallen mee van grensoverschrijdend gedrag. Maar daarover willen bestuurders Lieke Nijhof en Pieterpaul Muis niet uitweiden. Volgens hen is de hulpstructuur binnen de vereniging behoorlijk goed op orde. ‘We zijn over het algemeen goed voorbereid. Binnen Phoenix waren we ook vóór het schandaal bij The Voice al bezig met maatregelen. Onze vereniging heeft vertrouwenspersonen en er is een mogelijkheid om voorvallen anoniem te melden. We zijn blij dat we vandaag andere besturen konden helpen.’
Bij klonkiebalvereniging Klocus (een bijzonder soort sport, waarbij het onder meer draait om het drinken van bier) zijn de tips welkom. De vereniging is relatief jong en kende de afgelopen jaren een snelle groei. Van een officiële hulpstructuur is dan ook geen sprake. ‘Onze vereniging was altijd vrij klein en hecht’, vertelt bestuurder Ivo de Vries. ‘Als er iets aan de hand is, horen we het snel. En daar spreken we elkaar op aan. We attenderen elkaar op grenzen.’
De komende tijd wil De Vries deze ongeschreven omgangsvormen explicieter maken. ‘Wat dat betreft is deze bijeenkomst een mooie start. We kunnen bijvoorbeeld op onze socials delen dat we ermee bezig zijn.’ De ondertekening van het manifest door de UT, noemt de bestuurder ‘een mooi symbool’. ‘Maar ik vind het lastig om te interpreteren wat het precies betekent.’
Volgens rector Tom Veldkamp moet het niet bij woorden blijven, zo bleek tijdens zijn korte speech voor de ondertekening aan het eind van de bijeenkomst. ‘Het ondertekenen is makkelijk. Uiteindelijk gaat het erom dat we de cultuur veranderen, en een veilige omgeving voor iedereen creëren. Ik ben blij dat de studenten van Let’s Talk About Yes het initiatief hebben genomen, en ons als universiteit pushen om actie te ondernemen.’