Drie UT-muzikanten gaan op tournee: ‘Prachtig om mee te maken’

| Stan Waning

Drie UT-studenten zijn in februari niet op de campus te vinden. Het trio gaat op tournee met het Nederlands Studenten Orkest. Een eventuele studievertraging nemen ze voor lief. ‘Waar kijk je nou later op terug. Een beetje vertraging of vier geweldige muziekweken?’

Jitse Leeftink, Lieke van de Donk en Rosalie de Zeeuw.

Rosalie de Zeeuw (23, BME), Jitse Leeftink (22, ME) en Lieke van de Donk (23, ATLAS) zaten in oktober drie dagen in volledige spanning. Ze legden audities af om deel uit te maken van een select gezelschap: het Nederlands Studenten Orkest. Hoewel ze al eerder deel uitmaakten van het symfonieorkest dat al sinds 1952 bestaat, was het drie dagen nagelbijten. ‘De audities zijn niet mals. Je moet de moeilijkste fragmenten van het stuk van het jaar – de zevende symfonie van Bruckner – spelen en de dirigent vraagt je dingen over te doen. Dan kijken ze of je de aanwijzingen goed oppakt. De jury blijft je met een pokerface aankijken, dus je weet drie dagen later pas of het goed genoeg is’, blikt celliste Van de Donk terug.

Ze bespeelt het instrument al sinds haar achtste. Ook Leeftink en de cello zijn al sinds zijn jongste jeugdjaren onafscheidelijk. De Zeeuw speelt viool.‘De dochter van vrienden van mijn ouders speelde viool. Ik mocht er eens op jengelen toen ik vier was. Niet veel later zat ik op les.’

Gastgezinnen

In februari gaan ze vier weken op tournee met de 85 beste studentenmuzikanten van het land. Na tien dagen repeteren, volgen dertien concerten. Twee in het buitenland, één in Enschede en de afsluiter in het Amsterdamse Concertgebouw. ‘Je gaat helemaal in de tour op. Bijna dagelijks is er een concert. We overnachten bij lieve gastgezinnen en stappen de volgende dag de bus in naar een andere stad’, blikt De Zeeuw vooruit. ‘En na het concert zijn er uiteraard ook regelmatig feestjes.’

Dat de studie in februari een maand moet wachten, is volgens Leeftink niet zo’n probleem. ‘Zeker in de muziekwereld is het Nederlands Studenten Orkest een eervol doel, daar wil iedereen aan meedoen. Waar kijk je nou later op terug: een beetje vertraging of die vier geweldige muziekweken?’ Volgens De Zeeuw is de ‘NSO-dip’ een bekend fenomeen. ‘Dat is als je in maart weer terug naar college moet. Dan val je in een soort zwart gat, omdat de tournee zo intensief is. Je leeft in een bubbel, reist van zaal naar zaal en dan moet je je een dag later weer bij een practicum melden.’

Muziekcentrum

Het drietal is het er over eens dat het Concertgebouw de mooiste locatie van de agenda is, maar 20 februari staat ook rood omcirkeld in de planning. Dan wacht Muziekcentrum Enschede. Die zaal stond tijdens voorgaande edities niet altijd op de agenda. Van de Donk: ‘Het leuke is dat je vrienden en huisgenoten dan op laagdrempelige wijze in aanraking kan laten komen met een orkest. Normaal bezoeken zij niet snel een orkest, maar nu staan er bekenden op het podium.  Dan is de stap sneller gemaakt.’

De drie vervulden op de campus in het verleden al een rol in InSPE (stichting International Student Productions Enschede) en het MSO (Musica Silvestra Orkest). In aanloop naar februari oefenen ze vooral thuis. Of huisgenoten daar niet gek van worden? Leeftink: ‘Ik woon nog thuis, maar mijn vader wordt er weleens moe van hoor. Voor mij is NSO vooral een goede motivatie om weer eens veel achter de cello te kruipen.’ Van de Donk: ‘Ik woon op de begane grond en heb maar één buurman. Hij heeft nog nooit geklaagd gelukkig.’

De Zeeuw – die in haar studentenhuis met demper oefent – kijkt net als de andere twee uit naar februari. ‘We beoefenen een instrument als hobby, maar je fungeert een maand als professional. En zo word je ook behandeld. De dirigent haalt het beste resultaat eruit en je speelt in de mooiste zalen. Dat een maand meemaken is prachtig.’

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.