Als vluchtelingen in afwachting van een verblijfsvergunning onderwijs volgen aan een hogeschool of universiteit, dan horen ze bij de ‘internationale studenten’. Dat geldt bijvoorbeeld voor Syriërs en Oekraïners die hierheen zijn gekomen.
Deze studenten komen van buiten de ‘Europese Economische Ruimte’ (EER), dus moeten ze jaarlijks vele duizenden euro’s aan ‘instellingscollegegeld’ betalen. Voor vluchtelingen uit Oekraïne hebben universiteiten en hogescholen de afgelopen tijd op eigen kosten zelf iets geregeld: zij mochten tegen het normale collegegeldtarief studeren. Maar eigenlijk zou er een structurele oplossing moeten komen, vinden de instellingen.
Hetzelfde lot treft jongeren die hier zonder papieren zijn opgegroeid, bijvoorbeeld omdat hun ouders hier illegaal naartoe zijn gekomen. Zij wonen soms hun hele leven al in Nederland, maar kunnen hier niet tegen het normale tarief studeren.
Aanzuigende werking
Minister Dijkgraaf wil daar niets aan veranderen, heeft hij eerder laten weten. Hij denkt dat een laag collegegeld ‘een aanzuigende werking’ op vluchtelingen kan hebben, mede doordat er zoveel Engelstalig onderwijs in Nederland beschikbaar is. Bovendien werkt het kabinet volgens hem aan een ‘fundamentele heroriëntatie op het asielbeleid’. Dat proces wil hij niet doorkruisen met een besluit over het collegegeld van asielzoekers.
GroenLinks en Dijkgraafs eigen partij D66 zijn het oneens met zijn standpunt en dienden een motie in. Vluchtelingen zijn hier uit nood, schrijven de twee partijen. Anders dan internationale studenten kunnen vluchtelingen niet kiezen waar ze gaan studeren.
Zonder papieren
Datzelfde geldt voor jongeren zonder papieren die hier zijn geboren en getogen, vinden de twee partijen. ‘Het onderwijs aan deze studenten zou niet moeten afhangen van de goede wil van onderwijsinstellingen’, staat in de motie. Ook zij zouden het wettelijk collegegeld moeten betalen.
Uitslag stemming Tweede Kamer, 6 juni 2023
Het vraagstuk splijt de coalitiepartijen. Afgelopen dinsdag stemden VVD en CDA tegen de motie, samen met oppositiepartijen PVV, FvD, JA21 en Groep Van Haga. Alles bij elkaar hebben zij een nipte meerderheid van 76 zetels. Regeringspartijen ChristenUnie en D66 steunden de motie, samen met de rest van de oppositie.
De motie was al in februari ingediend door Lisa Westerveld (GroenLinks) en Paul van Meenen (D66). ‘We hebben de motie toen aangehouden in de hoop dat er achter de schermen een akkoord zou komen’, zegt Westerveld. ‘Maar dat is er nog niet, en ik hoor regelmatig schrijnende verhalen.’ Daarom brachten ze de motie afgelopen dinsdag toch in stemming.
Niet vol te houden
Universiteitenvereniging UNL en de Vereniging Hogescholen zijn teleurgesteld. Volgens hen is de situatie van vluchtelingstudenten al schrijnend genoeg. Vorig jaar hebben de instellingen het collegegeld voor vluchtelingen uit Oekraïne op eigen kosten verlaagd, schrijven ze in een gezamenlijke reactie. ‘Maar dat kunnen de onderwijsinstellingen niet blijven volhouden. De beslissing over de kosten die we vluchtelingstudenten in rekening brengen, hoort wat ons betreft thuis bij de Rijksoverheid.’
De UT was een van de instellingen die het collegegeld voor vluchtelingstudenten verlaagde naar het wettelijke tarief. Dat zet de UT komend collegejaar door, blijkt uit een besluit van het college van bestuur.