Beertema zat sinds 2010 in de Tweede Kamer en voerde voor de PVV het woord op het gebied van onderwijs. In de verkiezingen van 2017 stond hij nog op de tiende plaats van zijn partij, maar in 2021 werd hij de nummer zestien. Daar zou hij nu opnieuw staan.
Op X (voorheen Twitter) laat hij weten: 'Voor mij is de conclusie dat #PVV mijn inbreng niet voldoende waardeert, sterker nog, er eigenlijk wel buiten kan. Na 13 jaar ziel en zaligheid te hebben gegeven aan de partij en aan de portefeuilles Europese Zaken, Onderwijs en Emancipatie, betreur ik dat zeer. Op inhoud en op zaken die de partijorganisatie raken zijn we teveel uiteen gegroeid.'
Rand van verkiesbaar
Van onvrede is geen sprake, verklaart Beertema iets later. Hij heeft naar eigen zeggen een rationele analyse gemaakt, nadat hij twee keer 'op de rand van verkiesbaar' is gepositioneerd op de kieslijst.
Weer iets later stelt hij met Fleur Agema, vicevoorzitter van de PVV-fractie, te botsen over transitieklinieken. Hij meent dat transseksuele kinderen onherstelbare schade wordt aangedaan, zij zou van 'knappe chirurgie' spreken. 'Dat mag zij vinden, maar een Kamerlid het zwijgen willen opleggen, is wel een heel rare figuur. Zo hoort dat niet te gaan in een serieuze, volwassen politieke partij.'
Minder, minder
Beertema was tot voor kort overtuigd PVV’er. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 vroeg Geert Wilders zijn aanhang of ze 'meer of minder Marokkanen' wilden. Het publiek scandeerde: minder, minder. 'Dan gaan we dat regelen', aldus Wilders. Het was voor sommige PVV’ers aanleiding om de partij te verlaten, maar niet voor Beertema.