De student ontving studiefinanciering, een eenoudertoeslag en enkele andere toeslagen, maar dreigde alsnog niet rond te komen door de stijgende energiekosten. Daarom zou ze 1.300 euro aan energietoeslag voor sociale minima moeten krijgen, vond ze zelf.
Maar de gemeente Rotterdam sluit studenten uit van deze toeslag. De vrouw stapte in juni naar de rechter, maar kreeg toen geen gelijk. Ook het hoger beroep verloor ze deze week.
De uitspraak van de Rechtbank Rotterdam is opmerkelijk. Al maanden proberen studenten in aanmerking te komen voor de extra steun, en vaak winnen ze hun zaak. Een Utrechtse student werd in april bijvoorbeeld in het gelijk gesteld. De gemeente heeft studenten ten onrechte als groep uitgesloten, oordeelde de Utrechtse rechter toen. Er was sprake van discriminatie.
Gelijkheidsbeginsel
Waar het bij de zaken om gaat: zijn studenten gewoon burgers met een laag inkomen of vormen ze toch een aparte groep? Het kabinet vindt dat laatste, omdat studenten onderling te veel verschillen in hoe ze wonen (zelfstandig of op kamers) en wat hun energieverbruik is. Gemeenten kregen dan ook geen extra middelen voor de studenten.
Categorieën
Die doelgroep van overige burgers met een laag inkomen kun je inderdaad onderscheiden als categorie, vindt de rechter. Ontvangers van de toeslag mogen maximaal 140 procent van de bijstandsnorm (ongeveer 1.700 euro per maand) verdienen.
In de praktijk heeft die doelgroep ook hogere kosten, voerde de gemeente Rotterdam aan. De gemiddelde kostenstijging voor studenten in een zelfstandige woning was vorig jaar 755 euro terwijl dat voor eenpersoonshuishoudens 1.465 euro was.
Geef je iedereen 1.300 euro dan zouden studenten in de praktijk te veel steun krijgen. Het ‘overcompensatiepercentage’ voor studenten is volgens de gemeente 67 procent, terwijl dat maar zo’n 15 procent is voor bijstandsgerechtigden.
Als studenten echt niet meer kunnen rondkomen, dan kunnen ze een beroep doen op de bijzondere bijstand (waar de rechtszaak niet over ging), benadrukt de rechter.
Scheef
Dat is scheef, zegt Elisa Weehuizen, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond. ‘Studenten zijn niet te onderscheiden van andere minima. Ze worden uitgesloten omdat ze bij een onderwijsinstelling staan ingeschreven en omdat ze aanspraak kunnen maken op een studielening. Maar een lening is een lening en dat is uitgestelde armoede. Ik mis een sterke argumentatie waarom studenten beter uit de kosten komen dan anderen. Dat dit ontbreekt blijkt al uit de willekeur van de uitspraken in verschillende studentensteden.’